Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdfolio-1Etym: Lat. folium = blad van een plant, blad papier. Term uit de bibliografie voor een formaat, dat verkregen wordt door een vel eenmaal te vouwen. De bibliografische aanduiding is gewoonlijk: ‘in-fol.’, ‘fol.’ of ‘2o’. Omdat de hoeveelheid bindtouwtjes in de rug te groot zou worden, worden meestal meer folio-katernen in elkaar geschoven. Men krijgt dan folio-in-vieren of fol.-in-4 (nl. een katern van vier bladen), folio-in-zessen of fol.-in-6 (een katern van zes bladen), folio-in-achten of fol.-in-8 (een katern in acht bladen) enz. Bij folioformaat lopen de kettinglijnen verticaal en het watermerk zit in het midden van één van de twee bladen van het katern. De aanduiding ‘fol.’ wordt ook gebruikt als afkorting van ‘folio’, een verbogen vorm van folium (blad-2). Omdat folioformaat het grootste bibliografische formaat is, zijn de daarin gedrukte werken ook wat afmetingen betreft het grootst; vandaar de term foliant. Lit: M.J. Pearce, A workbook of analytical and descriptive bibliography (1970), p. 62-64 P.M. van Cleef, Handboek ter beoefening der boekdrukkunst in Nederland, ed. F.A. Janssen (1974), p. 85-86 Ph. Gaskell, A new introduction to bibliography (19742), p. 84-107.
|
|