Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdfiliEtym: Oudkeltisch widluios = ziener. Keltische (hof)dichter van o.a. epische stof. De fili (meervoud: filid) was als dichter-geleerde de belangrijkste vertegenwoordiger van de Keltische intelligentsia. Hij was de drager van de literaire en geleerde tradities en de bewaarder van de stambomen van de vooraanstaande families en van de verhalen over de heldendaden van de voorvaderen. Zijn status was aanzienlijk hoger dan die van de bard, die verantwoordelijk was voor de lyriek. Hoe hoog de status van de fili was, blijkt uit het feit dat hij optrad als beoordelaar van de vorst. Hij was de maker van de lofdichten en van de tegenhanger daarvan, de satire. De satire was een gevreesd wapen in een samenleving waarin eer centraal stond. Tot op zekere hoogte zijn de fili en de bard vergelijkbaar met de Noord-Germaanse skald en de Zuid-Germaanse skop. Lit: A.G. van Hamel, ‘Keltische letterkunde’ in Algemene literatuurgeschiedenis, dl. 2 [z.j.], p. 43-69 D. Edel, ‘Ierse achtergronden’ in W.P. Gerritsen, D. Edel & M. de Kreek, De wereld van Sint Brandaan (1986), p. 11-35.
|