Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdfatalismeEtym: Fr. leer van het noodlot. Wereldbeschouwing waarin het standpunt wordt gehuldigd dat de mens bepaald is door machten of wetmatigheden die zijn leven zodanig bestemmen dat hij daar zelf geen of nauwelijks invloed op kan uitoefenen. Al in de oudheid speelde fatalisme een rol in het werk van de klassieken en ook in de 17de eeuwse literatuur is het fatum een terugkerend thema, o.m. in de tragedie. Is de mens onderworpen aan Gods voorzienigheid of handelt hij uit vrije wil? Deze vraag speelt een rol in de discussies over godsdienst en is onderwerp in tal van teksten. Maar vooral in het naturalisme speelt het noodlot als fatale macht een grote rol, op z’n minst als discussiepunt. Onder invloed van het positivisme werd het fatalisme in de 19de eeuw vooral begrepen als een noodlottige onderworpenheid aan wetten van afkomst, milieu en omstandigheden (determinisme). Dit pessimistische wereldbeeld vindt men terug in het werk van naturalisten als Louis Couperus (bijv. Noodlot, 1890), Marcellus Emants (Een nagelaten bekentenis, 1894) en Gustaaf Vermeersch (De last, 1904). In deze romans wordt de onvermijdelijke ondergang van de personages in de eerste plaats verklaard uit de onmacht om zich tegen deze bepalende omstandigheden te verzetten. Dat het fatalisme onderwerp van discussie was blijkt o.m. uit het feit dat andere naturalisten er nu juist van uitgaan dat de mens een vrije wil bezit. Zola bijvoorbeeld betoogt dat juist kennis van de determinerende omstandigheden in staat stelt om de toekomst van mens en maatschappij gunstig te beïnvloeden. Lit: J. van Loenen Martinet, Het fatalisme in onze jongste letterkunde (1891) C.H. den Hertog, Noodlottig determinisme. Voordracht naar aanleiding van Louis Couperus’ Eline Vere en Noodlot (1891) M. Galle, Van gedroomd minnen tot ons dwaze bestaan. Het noodlot in het werk van Louis Couperus (1973) P. Frémy & M. Sergent, Le destin (1973) R. Marres, ‘Naturalisme en karakterfatalisme bij Couperus’ in Polemische interpretaties: van Couperus tot W.F. Hermans (1992), p. 17-38 M.H. Bernstein, Fatalism (1992) P. Brunel (red.), La mise en scène du destin (1997) J.H.W. Konst, Fortuna, Fatum en Providentia Dei in de Nederlandse tragedie, 1600-1720 (2003).
|
|