Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdballade-1Etym: Fr. baller < Middeleeuws Lat. ballada < bal(l)are = dansen. Verhalend lied met doorgaans een tragische afloop. De meeste balladen zijn anoniem en werden oorspronkelijk mondeling overgeleverd (orale literatuur). Vanwege hun aandoenlijke, ongepolijste, ongekunstelde vorm en inhoud (vaak rond historische figuren of gebeurtenissen) noemt men deze liederen ook wel volksballaden of romantische balladen, om hen te onderscheiden van de latere literaire ballade (ballade-2) die gekenmerkt wordt door een specifieke strofenvorm. Volksballaden met een gelukkige afloop noemt men ook wel romance. Voorbeelden van middeleeuwse volksballaden zijn: ‘Het Lied van Heer Halewijn’, ‘Het daghet inden Oosten’ en ‘Het waren twee koninghs kindren’ (alle in ed. G. Komrij, De Nederlandse poëzie van de 12de tot en met de 16de eeuw in 1000 en enige bladzijden, 1994, p. 466-471, 984-987, 484-487). Vele van deze anonieme volksballaden werden tijdens de romantiek in verzamelbundels bijeengebracht (bijv. Percy, Reliques of ancient English poetry, 1765; Herder, Stimmen der Völker in Liedern, 1778; Arnim & Brentano, Des Knaben Wunderhorn, 1806-1808) en nagevolgd. Vandaar ook de benaming romantische ballade voor strofische gedichten met episch karakter zonder vaste vormschema’s. Bijv. Goethe, ‘Erlkönig’ in Die Fischerin (1782); S.T. Coleridge, ‘The rime of the ancient mariner’ in The lyrical ballads (1798) en later V. Hugo, Odes et ballades (1828) en bij ons W. Hofdijks Kennemerland (1850). Eigentijdse balladen, zoals geschreven door J.W.F. Werumeus Buning (Negen balladen, 1935) en K. Stip (Ballade van de honderd vrijers, 1951) sluiten aan bij deze traditie. Lit: N. de Paepe, Het waren twee koningskinderen: romances en balladen uit de Middeleeuwen (1989) J. Harris (red.), The ballad and oral literature (1991) G. Weissert, Ballade (19932) G. Morgan (red.), Medieval ballads: chivalry, romance and everyday life. A critical anthology (1996) S. Gilbert, Ballad (2002) L. Röhrich, Gesammelte Schriften zur Volkslied- und Volksballadenforschung (2002) Ph. Bennett & R.F. Green (red.), The singer and the scribe: European ballad traditions and European ballad cultures (2004) P. Fumerton, A. Guerrini & Kr. McAbee (red.), Ballads and broadsides in Britain, 1500-1800 (2010).
|
|