Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdromanceEtym: Volkslatijn: romanice = in het Romaans. Algemene benaming voor een verhalend gedicht met amoureuze en avontuurlijke thematiek en gewoonlijk eindigend op een happy end. Daardoor onderscheidt het zich van de verwante ballade-1 die meestal somberder is en vaak tragisch afloopt. Oorspronkelijk behoorde de romance tot de volkspoëzie (zie etymologie) en werd het gezongen. Later geldt de benaming voor elke vorm van langer ‘romantisch’ verhaal, in verzen of in proza, over liefde en avontuur. In het Engels verwijst ‘romance’ of ‘romance novel’ tegenwoordig doorgaans naar populaire romans waarvan de sterk ontwikkelde romantische component zich kan situeren tussen het sentimentele en het erotische, en die vaak tot de triviaalliteratuur worden gerekend. De term romance betreft meer speciaal een Spaans lyrisch-episch genre van volkse oorsprong, frequent beoefend in de 15de-16de eeuw. Formeel bestaat het uit assonerende zestienlettergrepige (later ook achtlettergrepige) versregels, door een cesuur in twee achtlettergrepige (later ook vierlettergrepige) halfverzen verdeeld. Het succes ervan blijkt uit de talrijke verzamelingen die in de zestiende eeuw het licht zagen (o.m. Romancero general, 1600) en die aan de basis liggen van de artistieke romances van o.m. Góngora, Lope de Vega en Quevedo. In die periode verwijdert het genre zich echter meer en meer van zijn volkse origine. Bij gebrek aan adelbrieven vanwege de neoklassieke esthetica raakt het in de vergetelheid totdat de romantici er de eigenheid van de Spaanse volksgeest in zien (nieuwe interesse voor volksverhalen, balladen en sprookjes). De romance verspreidde zich dan over heel West-Europa, zij het zonder formele restricties. Het kende vooral in het Duitse taalgebied een grote populariteit met schrijvers als Herder, Brentano, Tieck en Uhland. Elders zijn o.m. te vermelden: Percy, Scott, Byron, Tennyson en Victor Hugo. Bekende Nederlandse dichters in dit genre zijn Rhijnvis Feith (o.m. Alric en Aspasia), Jacobus Bellamy (Roosje), Staring (o.a. Emma en Adolph en Ada en Reynoud), Bilderdijk (Elius; Urzijn en Valentijn e.a.), Tollens (bijv. De blinde keizer Theodosius) en Hofdijk (de bundel Kennemerland, 1850). Lit: A. Zijderveld, Nederlandsche balladen uit verschillende eeuwen, 2 dln. (1920) P.A. Parker, Inescapable romance. Studies in the poetics of a mode (1979) K. Ramsdell, Romance fiction. A handbook for readers, writers, and librarians (1997) Where’s love gone? Transformations in the romance genre, themanummer van Paradoxa (1997) W. van den Berg & H. Stouten (red.), De duinen gillen mee (1997) R. Resoort, ‘“Het daghet in den Oosten” en de achttiende-eeuwse romance’ in K. Beekman e.a. (red.), De as van de romantiek (1999), p. 227-238 C. Saunders (red.), A companion to romance. From classical to contemporary (2004) B. Fuchs, Romance (2004) L. Pearcy, Romance writing (2006) K.S. Whetter, Understanding genre and medieval romance (2008) D. de Geest & A. Goris, 'Constrained writing, creative writing: The case of handbooks for writing romances' in Poetics today 31 (2010), p. 81-106.
|