Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermddigressioEtym: Lat. afwijking van de weg < dis-gradi = uiteen-gaan; Lat. synoniem ex-cursus = het uit-lopen, uitweiding. Term uit de retorica, ook wel excursus of uitweiding genoemd, voor een afdwaling van het eigenlijke thema (argumentatio) om een rede of verhaal op te smukken met bijkomstigheden of elementen die slechts onrechtstreeks met het thema te maken hebben (aversio). Als retorische kunstgreep is het een middel om de toehoorders te verstrooien bij een al te droge stof, of om de spanning te verhogen door het hoofdthema juist voor een beslissende wending te onderbreken (retardering), of om achtergrondinformatie te geven. De digressio kan als stijlmiddel en verteltechniek zodanig worden geëxploiteerd dat ze a.h.w. zelf het thema van het verhaal wordt. Auteurs uit de 19de eeuw (Beets, Hasebroek e.a.) hebben veelvuldig gebruik gemaakt van de digressie om humoristische effecten te bereiken, vooral onder invloed van Laurence Sterne, die het procédé veelvuldig humoristisch toepaste in zijn Tristram Shandy (1759-1767). Via een transitio, zoals ‘Maar tot mijne vertelling! ...’, wordt weer naar het eigenlijke onderwerp teruggeschakeld. Lit: E. Jongejan, De humor-‘cultus’ der Romantiek in Nederland (1933), p. 194-207 G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 3 (1996), kol. 126-136 A. Grohmann & C. Wells, Digressions in European literature: from Cervantes to Sebald (2011) S. Frederick, Narratives unsettled. Digression in Robert Walser, Thomas Bernhard, and Adalbert Stifter (2012).
|