Kompleete dichtwerken. Deel 3
(1863)–Isaäc da Costa– Auteursrechtvrij
[pagina 400]
| |
In het album van den weleerw. heer A. Versteegh, beroepen predikant te Nigtevecht, op den dag zelven der tijding van zijne gevaarlijke krankheid. 5 april 1858.aant.Versteegh, van God geleerd wat in geen aardsche scholen,
Verneembaar, geen vernuft, geen wijsbegeerte geeft,
Maar voor verstandigen by eigen licht verholen,
In 't hart der kinderkens, gewekt van Boven, leeft!
Versteegh, van God begaafd om met bazuinenklanken
't Van Hem ontfangen Woord te spreken, Hem ten lof,
En Jesus, d' een'gen Weg, het Leven en de Waarheid
Bekend te maken aan den balling op dit stof!
Hoe is ons 't hart te moê, als tusschen hoop en schrikken
Verdeeld om 't geen in u al wat u lief heeft, treft!
Hoe zien wy starend uit wat van u zal beschikken
De Heer, tot Wien ons oog in tranen zich verheft! -
Vrees niet (dus fluistert ons een zachte stem in de ooren)
Dees krankheid, nooit ter dood, bewerktuigt hem te zaam
Om 't Lam in heerlijkheid te zingen met de koren
Des hemels, of op aard te kampen voor Zijn naam.
|
|