Kompleete dichtwerken. Deel 3
(1863)–Isaäc da Costa– Auteursrechtvrij
[pagina 383]
| |
Aan mijne lieve Francisca, op den 23sten februarij des jaars 1857.aant.Lieve Dochter, op dees feestdag ons een zestienjaar'ge spruit!
Neem de bede biddend tot u, die een vader dankend uit,
Wien op nieuw de Gods zijns levens voor uw liefde heeft gespaard,
Om van u ook (o! Hy geve 't) nog zijn wensch te zien op aard!
Om aan u ook veel te melden, welk een Heer uw vader dient,
Al der zijnen God en Koning, rijke Ontfermer, eeuw'ge Vriend!
Welk een liefde in angst en zorgen op uw moeder nederzag,
En van vreugd haar geeft te schreien op dees liefelijken dag!
Kind! wees kind nog lang van harte, blij en kinderlijk gezind,
Kind, vooral, gelijk ze Jesus heeft beschreven en bemind!
Kind, dat volgzaam en gevoelig op Zijn liefdewoord en stem,
Uit uw spelen, uit uw arbeid, altijd opziet weêr tot Hem.
Groei en bloei, o mijn Francisca! by het meer dan zonnelicht
Van Zijn heilig, van Zijn vriendlijk, van Zijn zeegnend aangezicht.
Kroon, ook gy, van onze grijsheid; jongste spruit van ons gezin!
Treed met deze onze oudrenbede dees uw nieuwen jaarkring in.
|
|