Kompleete dichtwerken. Deel 3
(1863)–Isaäc da Costa– Auteursrechtvrij
[pagina 303]
| |
Aan Dr. K. Gützlaff.aant.Εἰς πᾶσαν τὴν γῆν ἐξῆλϑεν ὁ Φϑόγγος αὐτῶν. Neem aller Christnen zegebede,
By d' afscheidsdruk der broederhand,
Van 't moederlijk Europa mede
Naar 't aangenomen Vaderland!
En moog' het liggen in Gods wegen,
Dat onder 't daar hervatte werk,
't Gebed uit Neêrland meê gestegen
Uw hart verkwikke, uw handen sterk'!
Dat voorts Zijn Englen u geleiden
Naar 't uiterst eind op nieuw der aard,
Om Hem de wegen te bereiden,
Die reeds Zijn heir ten strijd vergaârt.
Neen! dank dien Koning, dien wy vreezen
Door onuitspreeklijke genaê,
Uw arbeid zal niet ijdel wezen;
Gy zult zijn vrucht zien, vroeg of spaê,
| |
[pagina 304]
| |
Maar zeker op dien dag der dagen,
Waarheen Gods woord en weg ons wijst,
Als de oogst zal rijp zijn en voldragen,
Het lang verkondigd uur verrijst,
Dat, onder licht- en kennis-stroomen,
Bazuingeschal en Englenstem,
De Zoon van God zal nederkomen,
En 't nieuw Jerusalem met Hem!
1850. |
|