Boere-klucht van Teeuwis de boer, en men juffer van Grevelinckhuysen
(1967)–Samuel Coster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 80]
| |
De tvveede uytkomst vant vijfde deel, isJoncker Barent, Krijn, Teeuwis, Meester Bartel, ende de Jonckers vrou
der Joncker seyt:
Een exercitioen des Jechtens vallit mi te swoor, ic verfoey 'tlevenGa naar voetnoot1449 e.v.
1450[regelnummer]
Vondem gestodigen joger on recommandier das de jonge venten.
Krijn toe, du sie eyn mool, wa sundt do voor zwie venten?
Mijn grouwelt, sijndt moonders? on wen ick dat wust,
So sol ich spancieren goon, ond vernemen mir lust.
Wat zijnt voor ghesellen, Crijn? hie her, du loer!Ga naar voetnoot1454
Krijn.
1455[regelnummer]
D'een is Meester Bartel je Neef, en d'aer is Theeuwis de Boer.
Joncker.
O keyn mangel, 'kwert toe en goon, 'tseyn hupsche bosen.Ga naar voetnoot1456
Ponsoer, mon Cosin, we sten ij wie tswey dwosen?
Wet mangelt dijn Teeuwis? voor wom gen ij niet in hous?
Teeuw.
In huys gaen Heerschap? jae ick mocht de Droes.Ga naar voetnoot1459
1460[regelnummer]
Ic coom hier flus met ien Waeghen Houts,
En om wat Krom hout, dat daer in is ghedwouts,Ga naar voetnoot1461
Is Juffer soo versteurt, datse me Ros noch Waghen wil gheven.
Duncktje dat wel reen? of we de saeck nou aen men Heer bleven,Ga naar voetnoot1463
En dat het die nou selver maeckt soo ast hoort?
1465[regelnummer]
Hadmen Heer niet ghecomen, soo sou Miester Bartelt 'twoort
By me Vrou voor mijn hebben ghedaen.
Joncker.
Keyn manghel Theeuwis, keyn mangel.
Teeuw.
Sel jese dan ontslaen?Ga naar voetnoot1467
Joncker.
Jo warlich inder ijl, Krijn, saghet dijn Vrou datse in stuntGa naar voetnoot1468 e.v.
| |
[pagina 81]
| |
Hie by me cueme. men ij datse dijn Rosse wil holden?
Teeuw.
1470[regelnummer]
Jae soo hadset ghemundt.Ga naar voetnoot1470
Joncker.
Neyn meynder zielen, do toe isse jo tho vroom.Ga naar voetnoot1471
M. Bartelt.
Dat segh ick oock al, se doetet om hem een schroom
En een angst an te jaghen, en om wat met hem te druylen.Ga naar voetnoot1473
Joncker.
Jae wisselijck, wat sunt de Boeren hie voor uylen!
Juffrou komt uyt, en seyt:
1475[regelnummer]
Wat seghje van die schelm? wellecom mijn harts lieve Joncker,
Bonjour mijn Cousijn! wel Teeuwis 'twort immers al doncker,
Benje noch niet na huys, wat comje hier noch vraghen?
Teeuwis.
Ey, ey Juffer, gheeft me me Ros en me Waghen,
'k Selje in de are weec voor 'tKrom hout recht hout brenghen.Ga naar voetnoot1479
Juffrou.
1480[regelnummer]
Dese reys mach ick het doen, dan ick selt niet meer ghehenghenGa naar voetnoot1480
Jou Kromhout t'ontfanghen, dat heb ick voorghenomen.
Teeuwis.
't Kromhout brant soo wel alst recht, alst by de vyer kan komen,
Laetje aers niet wijs maecken, mijn waer is goet,
Je sellet je noch beclaghen, dat jyer niet meer van op doet,Ga naar voetnoot1484
1485[regelnummer]
Voorseecker gaje op ien aer Jaer al weer an.Ga naar voetnoot1485
Joncker.
Jo warlich Teeuwis dijn Holt is goet, wy wollen do me van,
Du bist den olden Knecht, i wette hoet huert.Ga naar voetnoot1487
Teeuw.
Ja me Juffer weet het ooc wel, maer 'tis nu huer buert
Datse me wat neemt te quellen, maer comtet iens slaegs,Ga naar voetnoot1489
1490[regelnummer]
'k Sel me niet staen of ic mal was, 'kleer nou wel Haegs.Ga naar voetnoot1490
By gat me Joncker, jy bint noch ien eelen Baes,
Daer vuer sel ickje iens gaen bestellen ien exellente Haes,Ga naar voetnoot1492
Je sout iens uytcomen, se houwen bij onsent mit hoopen.Ga naar voetnoot1493
Maer toch, 'twort tijdt dat ic na huys toe ga loopen,
1495[regelnummer]
Eerme de nacht bevalt, dus allegaer ghenevent.Ga naar voetnoot1495
En ick wenschie allegaer een vrolijcke vastelevont.
| |
[pagina 82]
| |
Meester Bartelt, ien woortjen, Calie la bocca seyt Jan.Ga naar voetnoot1497
M. Bartelt.
Hebt daer gien sorgh voor, wat binje veur een Man?
Teeuw.
Hoort, hebje niet ien halve gulden, of ien dingh voor me te lien?Ga naar voetnoot1499
1500[regelnummer]
Je hebt me Tas, en ick heb niet ien penningh aen ghelt.
M.B.
Ick sal sien.
Teeuw.
As ick wegh ga, sel ick je comen geven de hangt,
Dutether dan met ien abelheyt in, je hebt toch me Tas te pangt.Ga naar voetnoot1502
Krijn comt en seyt:
Heerschap, 'kheb Teeuwis sen wagen en Paerden, die hier waren gestalt,
Al weer gereet geset, gelijck jij terstont bevalt.Ga naar voetnoot1504
Joncker.
1505[regelnummer]
Dats goor wol, du bist mir eyn rechtschaffen ghesel,Ga naar voetnoot1505
Go hen Teeuwis, en doe dus als jy plege.
T.
Dat beloof icje dat ic sel.Ga naar voetnoot1506
Je bent byget ien openborstich mensch, 'kmeen jou men Heer,
Jy Juffer, so as je dat Kromhout bevalt, so coopt me Cromhout weer.
Juffrou.
'tIs wel Teeuwis, je maeckt ons hier al vry wat spoocks.aant.Ga naar voetnoot1509
1510[regelnummer]
Maeckje om de Wagen en Paerden seecker soo veel roocks,Ga naar voetnoot1510
Datje Bartel Neef daerom al herwaert jaecht?
'kHadjese wel ghegheven, hadjer maer iens om ghevraecht.
Wat maeckt ons dese Reeckel hier gheraes, dese soete vaer?Ga naar voetnoot1513
Een Boer maeckt meer spuls as tien steeluy op me kaer,Ga naar voetnoot1514
1515[regelnummer]
Dat blijckt hier wel, want van dees iene Boer woelt het spel.Ga naar voetnoot1515
Teeuw.
Niet waer Juffer, en die wat crijght die voeltet wel,
Je bent noch al blijt toe, as de rasende Boeren wat comen brenghen.
Juffrou.
Nou maecktje van hier, we mogen jou geraes hier niet gehengen,Ga naar voetnoot1518
Je bent ien potboef, en ien doortrapte loose Boer.Ga naar voetnoot1519
Teeuw.
1520[regelnummer]
Weetje wat je bint Juffer? ien vuyle loose Hoer.
Hadieu Meester Bartelt, Hadieu Juffer, Hadieu men Heer,
Hadieu allegaer.
De Boer gaet in, Joncker seyt:
Adieu Teeuwis, adieu Compeer.Ga naar voetnoot1523
M. Bartelt.
Ist Compeer, Cousijn, of geefje me dat toe op den hoop?Ga naar voetnoot1524
| |
[pagina 83]
| |
Joncker.
1525[regelnummer]
Neen tis Compeer, Cousijn, ic hiel sijn leste kint te doop.
M. Bartelt.
Tous les gentils hommes sont Cosins, toute moines freres,
Tous les Vilains & Cokins sont Comperes.
Dat hebben de Francoysen ghemeenlijck in den mont.
Adieu mijn Cosijn.
Jonck.
Wo toe so balt?Ga naar voetnoot1529
M.B.
Maer ic moet terstont
1530[regelnummer]
Op ien comparicij wesen, by eenighe luyden van staet.Ga naar voetnoot1530
Salvete ergo.Ga naar voetnoot1531
Juffr.
Tot weersiens toe, Godt geef dat het u wel gaet.
Wy willen u niet verletten, terwijlt nu u uer is.Ga naar voetnoot1532
Joncker.
Plus valet slemp sluris quam tota sciencia Juris.Ga naar voetnoot1533
Desse Keerels seijnt eylingh heym, doet was mit fressen is to slichtenGa naar voetnoot1534
1535[regelnummer]
Wen ich eyn Soon had, er sol mijnder zielen studieren im richten
Sy gaen ghelijckelijck binnen, Keesjen comt uyt, en seyt:
Hier coom ick recht voor me Jonckers deur, sie ick aers wel,
Jaeck seecker; nu hoop ick ommers dat ick sel
By me Vaertgien comen, dieme in alle hoecken
En Winckels van de Stadt het loopen soecken.
1540[regelnummer]
Lieven Heer hoe bangh ben ick gheweest, en in watten ghetreur!Ga naar voetnoot1540
Ke daer sie ick wel te pas me Juffer veur de deur,
Die sel ick gaen vraghen, ofter me Vaertgien noch is.
Juffer, is me Vaer hier?
Juff.
Neen hy Keesgien, maer ick gis
Dat jem an onse achter poort moghelijck noch selt sien.
Keesjen.
1545[regelnummer]
Genacht dan Juffer.
Juff.
Hoort Keesjen hoort, segje vaertjen met ien,
Dat Juffer seyt datje altemet iens om huer sout dencken,Ga naar voetnoot1546
En dat jer dat brengen sout, dat jer belooft hebt te schencken.
Keesjen.
Wel, maer ic heb me moer wel hooren seggen, dat me Vaer sijn leven
Hondert mael meer belooft het, as hy macht het te gheven.
Juffrou.
1550[regelnummer]
Soo, soo, heb ic dan anje Vaer, hoor ic wel, gien huel?Ga naar voetnoot1550
Keesjen.
Neen je, hy gheeft niet, dats in beyde handen even vuel.Ga naar voetnoot1551
| |
[pagina 84]
| |
Juffrou.
'tIs wel dan snappertjen, segtje vaertje genacht, doet je bootschap te degen.Ga naar voetnoot1552
Keesjen.
'kSelt wel doen Juffer, genacht van sijnent wegen.
Juffrou.
Ick bin daer wel dapper duergestreken van ien Boer,Ga naar voetnoot1554
1555[regelnummer]
Maer misselijck wat bloet dat icker weer iens me loer,Ga naar voetnoot1555
Die'ck dese streeck in de rechte breng; nou 'tselme wel heughen;Ga naar voetnoot1556
'kMach dencken: daer is gien ongeluck, of daer is ien geluck teughen.
|
|