Lied-boeck(ca. 1575)–D.V. Coornhert– Auteursrechtvrij Vorige Volgende xij. Ander lied vant zelve: Op de wyze des 1. Psalms. DEr lieden lied, een Lied van liefde schoon, Een lied zeer hoogh, zeer klaar, zeer zoet van toon By Salomon, de vreede vorst ghezongen, Zingt Christus bruyd met vrederycke tongen: Verlost vant quaad beghaaft met dueghden reen, Verlangt haar ziel met Christo werden een. Hy kusse my (niet metten zuren mond Van Moyse streng) maar maack myn ziel ghezond Door tkusken zoet van zynen monde heyligh, Dats quytinge, ghenaad en vrede veyligh, Met liefde groot ter dood betoont na wensch Hy neem myns aan, en wert in my oock mensch. Zyn liefde reyn is lieflick boven wijn, Zo die de ziel, dees tlyf doet vrolick zyn. Des vleeschs wellust eynt snel met ewigh trueren Der zielen vrueghd, zal ewelick ghebueren Die uwen gheest uyt oud en nieu recht drinkt, Die Godes liefd, met liefd des naasten schinkt. uyt uwen Borst vol Hemels douwe zoet, Eel boven rueck van dierbaar zalve ghoed: Want daar u Liefd zo milt wert uyt gheghoten Spreyt zy haar rueck, voor al den Huysghenoten Haar daden ghoed, telen een ghoed gherucht, En maackt in my, O Christ, een zoete lucht. Vorige Volgende