Verhael-boecken van den cardinael Bentivoglio
(1648)–Roeland de Carpentier– Auteursrechtvrij
Van de staet van de Godts-dienst in Schotlant.
| |
[pagina 279]
| |
doodt, die de Koninginne Elisabet haer aen dede: doende haer wreedelijck onthoofden. De Koning zijnde een kint, gebleven in Schotlant, en onder handen van de ketters gekomen zijnde, was het niet swaer om doen, dat hy terstont met de melck infoog het vergift van de ketterije, en dat hyGa naar margenoot+ voorts boog in sijn teere jaren, onder het gebiedt en wille van die gene, de welcke sijn kintsheyt bestierden; onder de welcke hy besonderlijck tot Meester in de Vrijekunsten hadde, George Buchenanus, een vermaerdeGa naar margenoot+ Latijnschen Dichter, en niet min een vermaerde na-volger van Calvijn. In voege, dat in seer korten tijdt, by na t'eenemael de Roomsch Catholijcksche Godts-dienst onderdruckt wierdt in dat gantsche Rijcke, en de Calvijnsche Secte schier op eenGa naar margenoot+ bodt het overliep, gelijckerwijs een beecke van alle zijde. Alle de Bisdommen wierden afgeschaft; en haer goederen verwisselt in die van de Kroone; ende men besorgden, dat het nieuwe kettersche gebiet, gebracht wierde tot de strengste en meest gebruyckste soorte van de Calvijnsche gesintheyt; de welcke daer na altoos staende gebleven is, en noch staende blijft in dat Rijck. MaerGa naar margenoot+ de Koning met het besondere oogmerck, 't welck hy heeft van in een lichaem te vereenigen, de twee Koningrijcken van Enge- | |
[pagina 280]
| |
lant en van Schotlandt, ende met eenen, op dese wijse sijn macht grooter te maken in 't Schotsche Parlement, heeft nu voor, de Bisschoppen in de oude Bisdommen van Schotlandt te herstellen. Het welcke wanneer Ga naar margenoot+hy volbracht sal hebben, sal hy oock trachten, het gebiet van de ketterije gelijkmatiger te maecken in de twee Koningrijcken van Engelant en van Schotlant, en om alsoo door die weg lichter te maecken, de voorgenomen vereeninge van beyde te samen, oock in andere saecken. De Koninglijcke macht in 't Parlement van Schotlant, soude sonder twijfel grooter zijn, indien dat de Bisschoppen herstelt waren, om dat sy alsdan in 't Parlement soude uyt maken een lidt besonderlijck, ende alsoo sy gantschelijk van den Koning bestaen, soo soude hy in alle gelegentheyt verseeckert konnen zijn van hare stemmen. Maer dat werdt evenwel een saecke geoordeelt, de welcke veel tegenspoet soude ontmoeten, hebbende al te vasten wortel bekomen in 't gemeyn in 't Rijcke van Schotlandt, en in 't besonder in de Steden, de Secte van de Puriteynen, die belijdeniste doen, als ick geseyt hebbe, van de gestrenge en suyvere Ga naar margenoot+wetten van de Calvijnsche gesintheyt. Twee waren de Aerts-Bisdommen van Schotlant, geduyrende de Roomsch Catholijcksche | |
[pagina 281]
| |
Godts-dienst, dat is: die van St. Andries, en die van Glasgoe: en elf de Bisdommen; acht van de welcke onder hem hadde het eerste Aerts-Bisdom, en drie het tweede. Aengaende de Roomsch CatholijckscheGa naar margenoot+ Godts-dienst: haren staet is jammerlijck in Schotlant. Onder de meest voornaemste Heeren, eenige weynige alleenlijck zijn Roomsch-gesinde, gelijck mede onder den Adel van middelbare slach, bestaende het meeste getal van d'een en d'ander soorte in die gene, die Rooms-gesinde van gevoelen zijn, en die haer evenwel niet en derven openbaren, door vreese van de straffen. VanGa naar margenoot+ alle het overige van de inwoonders van het Rijck, wert gevolgt de ketterije; behalven dat het volck van 't landt min besmet is, maer meer onwetender van allematerie van Godts-dienst. Noyt en is men gewaer geworden, die vierigheydt in de Schotschen, om te besorgen de onderhoudinge van 't Roomsch Catholijcksche geloof in Schotlant, als men wel gesien heeft, en noch siet in de Engelsche, tot haer gunste in Engelant; en in 't gemeyn en plegen de Schotsche niet veel genegen te zijn tot de Geestelijcke beroepinge.Ga naar margenoot+ Maer weynig hulpe, om de waerheyt te seggen, hebbense oock gehadt van de uytheemsche gelegentheyt, om dat uytgenomen eenige weynige Jongelingen, de | |
[pagina 282]
| |
welcke onderhouden zijn in de Schotsche Voorteel-plaetse van Rome, en in een andere Van de selve Natie hier in Douay, schier geen andere bystant aen de Rooms-gesinde van Schotlandt, verstreckt en wordt om PriestersGa naar margenoot+ te hebben, soo datter tegenwoordig in dat Rijck seer weynich gevonden Ga naar margenoot+werden. |
|