De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op het Godtsalig overlijden van den Hoog Edele Gebooren Heer, mijn Heer Onno Tamminga, in sijn leven heer van Luydema, en Dynasta, in Usquert, &c. DAar leyt dien Suyl dien steunpost van het lant. Daar leyt de Deugt, en Wijsheyt t'saam geklonken, Gesneuvelt en bedolven in het Sant Die op de Throon der Raden placht te pronken. Dien Vader, en beschutter van de staat Die onverkreukt de Vree-banier deed' swaayen, En 't Recht dat vaak op kreup'le beenen gaat Noyt door 't gewelt der Twistdraak liet verdrayen, Maar die altoos schoon yder scheen ontaart, D'onnoosle heeft rechthertigheyt geschonken En Weeuw, en Wees, voor ondergank bewaart Helaas! is nu ten gravewaart gesonken. Doch schoon de Tomb bedekt het koude Lijk Van Tamminga, diens onberisplijk leven [pagina 216] [p. 216] Hem door de Dood voert in het Eng'len Rijk Soo koomt hy noch de Heylberg op te streven Daar hy sijn Helft dat kostele Juweel Elisabeth, hem in 't gesicht ontdragen Gaat vinden, daar hy wint sijn Erref-deel, En nimmer reên sal hebben om te klagen, Wat hert souw niet al waar 't van herde steen Doot Rouw verweeken om dit droevig sterven Daar zy veel meerder dan dit aarts beneên In 't hooge Heyligdom sullen beërven. Nochtans waar dat soo'n vasten pijlaar breekt Waarop de hooftstof rust en staat te brallen Daar is't geen wonder dat elkx ooge leekt Want een gebouw moet sonder grontvest vallen. Welaan dan ween, en stort een tranen vloet Besproey de Zerk wiens swaarte hout beslooten Twee die maar een geweest zijn in't gemoet Doch in dees enge Mijn het grootst vergrooten Daar zy gepaart (schoon haar de greetse Dood) Gerukt heeft uyt des werelds ijsre banden, Noch sullen zijn malkanders zijd' genoot Wijl 't graf bewaart dees Hoog gebooren panden, 't Is dan genoech doch wense eer ik sluyt Dat gy U Rouw Doorlugt'ge Adellooten Wilt matigen, Sy treden vooren uyt, En wachten U by Saalge Huysgenooten Om weer opnieuw haar naagelaten kroost Te sien bepruykt met Goodse Lauwerkronen Daar gy tot haar en uwer zielen troost Sult Eeuwich by malkander blijven wonen. Vorige Volgende