De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de Af-beeldinge van de geestrijcke Juffer Margareta G. de David. Hoe meer men staart op 't wesen van Margreet Hoe meer men sich moet om haar geest verwond'ren, Wyl sy als Kato wel te spreeken weet, En op de trant van Sappho uyt komt dond'ren Haar Helden sang, daar d'Yssel-swaan van singt Die haar op syne schagt voert naa de tronen Waar Febus Lier op maatse tonen klingt, En doet haar by het konst'bre Neegen wonen, Dies Sy haar daar als opgeslooten vindt, En voor de Thiende siet ten Hemel dragen, 't Is dan vergeefs men haar met Lauwren bindt Dewijl Sy die daar plukt naa haar behagen. Vorige Volgende