De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de Af-beeldinge van de hoog Ed. Geb. V.M.V. Theodora Louisa Sternzee, A.V.M. DAar braldt de Ster in Zee, daar flikkeren de ligten, Die deugde Sonnen, op een aangeverft Panneel, Daar siet men hoe de konst verbeelt op 't Tafereel Louisaas waarde, die voor niemant hoeft te swigten Want selfs de goetheyt schijnt haar tot de oogen uyt, Wijl sy die nimmer voor haar gonstelingen sluyt. Daar kan men soo veel nut uyt haar gedaante lesen Gelijk het inderdaat int rechte leven is, [pagina 181] [p. 181] Daer siet men door de verf haar ware Beeltenis, Die als een morgen Son komt uyt de Zee geresen Om elk te toonen dat haar Hemels klaarheyt straalt, Waar mee sy Eer, en Gonst van al de vverelt haalt. Want vvaar Godtsdienstigheyt verselt gaat met de reden, Daar steltse selfs de Nijt in tegen vvil te vreden. Vorige Volgende