De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de Af-beeldinge van de Deugd en Konstrijke Juffer, MeJuffer Elisabeth Joly. DAar siet ge dan het Beeld van dien Elisabeth Wiens Deugd: geschakeld aan de schrandre Wetenschappen Haar hooft bekranst, wijl men haar Lofnaam uyt trompet, En triompherend voor Minnerva heen doet stappen. Daar siet g'het wesen van dien Geestigen Joly Dat Pronkbeeld, voor wiens geest de braafste geest moet Wijken, Daar vind g'het leven in de doode Schildery: Dat geen Pigmalion kan nader doen gelijken, Maar schoon d'Afbeelding van dien tweeden Dafne toont Door haar ge-eerde kruyn omvlogten met Lauwrieren, Dat sy gesegent by d'onstervelingen woont, Soo sal ik haar nog met een vaarse trant beswieren Te meer om datse werd, door Phebus heyl'ge min Vergood, en meest geliefdt van sijne Priesterin. Vorige Volgende