De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] Op de Af-beeldinge van den seer Geleerden heer, mijnheer Joh. Mensinga, Professor tot Groningen. SOo siet men dan haa braven Letterheld Door't konstpenceel u beeltenis afmalen, Soo siet men op het Tafereel gesteldt Het wesen dat de Son gelijkt in't stralen, Die door d'invloeyng werkt op het verstandt, En stort een stroom van kennis neer van boven, Waar door de kragt der wijsheyt werdt geplant Op 't logge breyn van die u moeten loven. Gy zijt een ware Bron der wetenschap, De zedekonst, en u oprechten handel Ver heffen U om hoog op d'Eeretrap Die gy verdient door d'eerelijken wandel, U moet men dan, O rechten Majaas soon: De Lauwer-tak toevoeren die voor desen Den Mantuaan verstrekte tot een kroon Die uyt de gront van Andes quam geresen, Dewijl dat gy een Ligt voor Gruno zijt, [pagina 178] [p. 178] Waar in gy drijft op sneege Arents pennen, Daar gy U doet (in't aansien van de Nijt) Seer loflijk voor, den tweeden Maro kennen. Vorige Volgende