De bron-swaan, of mengeldigten
(1686)–Titia Brongersma– AuteursrechtvrijToon: Suis je domc.Oppervoogt ontsach der Goden
Die de Son, en maan gebiet,
Nu is my u hulp van noden,
'k Bid van 't hoog Olimpi siet,
Dwing Vulkaan dat hy gaat smeden
Weer u Blixems onder een,
| |
[pagina 139]
| |
Om my hier te doen ontleden!
En te voeren van beneen.
Hebt gy niet een drom doen sneuv'len
Doe der Reusen dwinglandy
Deden proppen top op heuv'len
Tegen al u heerschappy?
Hebt gy niet om't dertel mallen
Uyt de wagen van de Son
In den Eridaan doen vallen,
Dien vermeet'len Phaëton.
Waarom dan een dit geweygert,
Wijl 't u aan geen macht ontbreekt,
Die u Majesteyt besteygert,
En u om een weldaat smeekt,
Want de wreetheyt van Clorinde
Doet my wenschen ach Jupijn!
Om een beter plaats te vinden,
Waar ik meer gerust mach zijn.
|
|