De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Gy sijt dan tot getuyg O! naar geboomt'!] Toon, Sombre Forest. GY sijt dan tot getuyg O! naar geboomt'! Van mijn onnoosele vermaken? En gy O Beekje die langs keytjes stroomt, Wanneer 'k slegs door 't gesigt Elisa mogt genaken, Weest dan van nu voortaan 't geheym van mijn verdriet En deel met my de pijnen Wijl de droefheyt voor me vliet Ah! ah! ik moet verdwijnen Want Elisa is hier niet. [pagina 138] [p. 138] Elisa ah! hoe is V Hert, soo hert Hoe koont ge sonder Leven Leeven? Dog 't is vergeefs de min, om min gesert Geen doode kan een rif dat doot is 't leven geven, Maar gy die leeft door veel gun my het Leeftogt ree Het hert is my ontstoolen En ge voert het over zee Gedenk, 't is V bevoolen Breng het onverkreukt weer mee. Dog ik sal schoon ge door de wolken streeft U nimmer laaten, maar op wieken De lugt door kerven, die me hope geeft Om V mijn Lelij-bloem in 't Oosten op terieken, Of dat ge meely hat? O lang gedooken Ligt Om door de duysternissen Voort te dringen, wijlge stigt De Dag dien ik moet missen Al te lang uyt mijn gesigt. Vorige Volgende