De bron-swaan, of mengeldigten
(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij
[pagina 125]
| |
Toon: Rochers vous este sourd.IK voel me dan Apol door uwe min herboren,
Schoon d'ysre Mars my had ter aarde neergevelt,
Naar my den Aquilon bracht onder sijn gewelt
Waarom ik quijnden en mijn kragten had verloren
De locken die mijn Nek, en Schouderen beswieren
O! Mavors die hadt gy verwert, en uyt gerukt,
Gy hadt de blad'ren van mijn lofkrans af geplukt
Die sig verwiss'len in vereeuwigde lauwrieren,
Ik groen en bloos op nieuw, mijn leden sijn aan 't groeyen,
Myn kruyn alree bepruykt (schoon g'op u tanden bijt)
Schiet malselootjes, u verwoeden bey tot spijt:
En sal soo lang ik leef ter eer van Febus bloeyen.
|
|