De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aan M.J.J.M. DE wijl gy waardig agt te nuuren mijn gesangen Bevind' ik my verpligt te senden u begeert Sy werden u op die voor-waarde dan vereert Dat gy se slegts als een Dankoffer moet ontfangen Voor u gesonden werk: soo deftig in waardy Dat ik geen stof genoeg kan vinden u te prijsen Maar weest te vreden in die kleyne Eerbewijsen Gevloten uyt mijn schagt, en doffe Poëzy, 'Tis waar ik heb geeyst u gootse fenix digten Die my vernoegen, en bedank u waardigheyt Ik maak u versen tot mijn grote nut bereyt: Wijl sy my als een Toors op donkre paden ligten, Dog wijl niet meer u breyn ontroeren door mijn pen Maar onder groetenis belijden dat ik ben. U Konst genoot soo voor als naa En gunstige T. Brongersma. Vorige Volgende