De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aan de Hoog-geleerde Heer, en puyk Poët Ludolph Smids Medecijne Doctor, Op sijn Gallery der vrouwen. WIe sag ooyt Gallery soo schoon doormengelt Met soo veel konst, en groote deftigheyt? Wat hofprieel waar ooyt soo met bestrengelt Als dese: die heer Smids hier heeft bereyt. Elk Tafereel vertoont besonderheeden. Elk pronkbeelt wist de dapp're daden aan Der braafste Vrouwen, in wiens moed'ge schreden Nog d' eeretitels van'er wond'ren staan. Diens lof wert door sijn dicht weer uit geklonken, Die scheller luyt dan Maroos mond trompet, [pagina 90] [p. 90] En die Apol met lauwren had beschonken, Eer hy wier an der dicht'ren rey geset. Soo priekt hy dan en drijft op Fenixpennen , De wolken door, en dooft het flonkerlicht, Die aan sijn snelle vlucht licht is te kennen, En voor geen Sophocles, nog Naso swigt. Wie sou niet wenschen by dees Amasonen Geplaatst te sijn in uwe Gallery O Smids! wijl daar gehylgde Vrouwen wonen, Die eewig leven door u Poësy. Wel offer dan gewijde Lauwerieren, Bepruyk dat hooft waar uit een springbron vloeyt Van hemelvaarsen die sijn scheedel zieren Wijl op die kruyn niet dan sulk puykloof groeyt. Neen vlecht een krans van dobble loversblaren: Geen godtheyt ooyt met enkel pronksel praalt, Het mindre is genoeg voor aartsche scharen: Want sulk een Son het maanlicht overhaalt. Aan de Hoog-geleerde Heer M.H.L.F. WIe heeft de steyletrap met rasse schreden Waar Grieken staag op roemt so nauw betreden [pagina 91] [p. 91] Als hy die Flugger als een Arent sweeft En in sijn asch gelijck een Phaenix leeft, Wie ist die 't Lof-boek van de Letter daken In Themis school doet als een AEtna blaken? En toont dat hy een Suil, en wonder is Haars Capitools, en Raats geheymenis, Ick seg 't is Hy die swiert op sneege vlerken En met een Flugger Vlugt door boort de swerken Als wel de Son: mits sijn besleepen tong D'Atheensche volkren steeds door't Herte drong Iaa schoon de Tuilbant flitst met staale peesen, Diens kragt, soo is tot Gruno weer verreesen Het Rijk Parnas: waar op Latonaas Soon Met Flugger praalt, en voert de Lauwer Kroon. Vorige Volgende