De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Toe-Matie. 'K Dank U puyk van Sarous bloemen Niet om dat ge my gaat roemen Om het weynig dat men vind In mijn geest, 't geen veel verblind. Maar om dat ge my door reden, De geheymen koomt ontleden van U soete Rijmery, En gestigten Poësy, Waar mee gy me koomt beswieren Trots gevlochten Lauwerieren, 't Geen'k onwaardich ben, doch sal (Schoon me trof het ongeval Van U gonst te moeten derven) [pagina 48] [p. 48] Noch U Dienaresse sterven, En geloof dat gy altijd In mijn slecht geheugen zijt. Vorige Volgende