De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Aen de Tooverende Circe. GYdoet my door U Const met Cippus schromen Die mee gehoorent, niet dorst treden in De hooge poorten, van 't Beroemde Roomen Het Voester-huys, van Romulus Wolvin Hoe sal ik dan! met Hoorens, geef me reden Door Deuren in de Leeuw Stat konen gaan; 'K stoot ligt de spitsen af in 't binnen treeden, Of dekse met een Crans van klimmer blaan Neen 't sal nog beter sijn daar uyt te blijven, Men mogtme anders voor een Beest, ontlijven. Vorige Volgende