De bron-swaan, of mengeldigten
(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij
[pagina 38]
| |
Ik loof dat is de saak, maar soo gy wout
Mijn Jaardag vieren, om U drift te tonen.
Daar is wel stijkel-groen, om my te kroonen,
En ook wel klimmer loof: stil, dat is stout,
't Is waar gy weet men pronkt geen hooft met Cransen
Met sulkx, of't moet een Prins, of Coning zijn,
Of een Poët, vermaart in daad, als schijn,
Die men verheft op Palm, of Lauwer Transen,
Want dit is in een graat, dog 'k ben te vreên
Soo gy m'U gunst maar slechts koomt op te dragen,
Schoon door Eenwens; ik wil niet anders vragen
't Is goet al wat, spruyt uyt genegentheên.
|
|