De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Droom, van Eliseen. WAt wil dit wesen van V twee gespleten tong Als pijlen, die me door de bovenlip heen drong Doen ik uyt blijtschap V een welkom kus quam geven, O! droom, die droom doet my in angst, en vrese leven Ik heb 't orakel van Apol daar om gevraagt, Die my op't droevigst in dat droef geval beklaagt; [pagina 34] [p. 34] En voorspeldt dat gy my eerlange sult bedriegen Hoe trouw ik ben, en dat V trouheyt sal vervliegen, Het geen den Hemel hoed, die 't avregts keren wil Op daar tussen ons ontstaa geen hert geschil, Maar dat ik op V Eedt, en schrift 't geloof mag bouwen Gelijk gy op mijn woordt V vast'lijk moogt vertrouwen. Vorige Volgende