De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Replijk op het aardig en sinrijk Vers, van de hoog-geleerde Heer Lud. Smids Med: Doctor tot Groningen doen ter tijt. WAt liefde draagt gy tot de Nijt Koont gy de afgunst selfs om ermen? Kan Ys een hete, borst verwermen, Wat liefde draagt gy tot de Nijdt En haar te strelen sijn verblijdt Gy siet de gladd, en grof vergifte kringel slangen met bossen in'er hair, soo vuyl en dik beslijmt, En nog koont gy haar aan die etter schouders hangen Om kussen die bemorste wangen: Waar aan gy avregts sijt gelijmt My dunkt nu dat gy hebt de blintheyt in U oogen Ey, vaag de Vliesen af, [pagina 32] [p. 32] Waar is U verstant gevlogen 'K vrees gy hebt U selfs bedrogen Want gy delft U eygen Graf, Het schijnt gy stelt U vreugt in U verdriet te maken, Gy quetst U met U eygen naaldt En selfs een wond vol afschriks haaldt, Ik moet U grote dwaasheyt laken, Dus wert ge dan tot loon voor gout, met loot betaalt. Vorige Volgende