De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Aan Juffr. S.T.H. Haar nodende by mijn Swaantje aan de Bron te koomen. EY Swaantje laat mijn Swaan niet sonder Swaantje roeyen, Maar wilt u hastelijk by haar in't brontje spoeyen, Het wagt V daar met smert, want 't swemt niet graag alleen, Sprey uyt V wiekjes, en drijf op u Pluymtjes heen, Gy sult haar sekerlijk in't eensaam sijn verligten: En my, V TITIA daar door te seer verpligten. Vorige Volgende