De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Zenobia Weduwe van de Keyser Obdenatus overwint de Persianen: en tegen een Leeuw strijt te Paarde sittende, die de Kuyste, en moedigste Vrou van de werelt was. Sie daar Zenobia de Koningin De Paarden als een twede Achil berijden, En ginder weer een Veltslag voeren in Om tegen Persiaan, en Leeuw te strijden, Haar dapp're speer bemorst van Vijants bloet Druipt vlietend' af op Caesars Marm're troonen [pagina 6] [p. 6] Daar het triumf haar Zegepralen doet En meer bepronkt dan duysent Perrel Cronen, Zy staat verrijkt met Kresus goude staf. En aangedaan met Alexanders daden. Met Pijrhus geest die nooyt mis oordeel gaf Door Scipio gegort in deugts gewaden, Marcel heeft haar scharp sinnigheyt geleert. Trayanus met Rechtvaardigheyt beschonken. Waar door se wert als een Godin ge Eert Tot Romen, daar haar Beelt is uyt geklonken In kostele porsijr, haa! Obdenat Sie nu die Kuysch, en groote Roem der Vrouwen Wel eer voor u een onwaardeerlijk Schatt Haar Tombe op Cassius de wolkberg bouwen Daar waar Pompeë de Lauwer heeft geplant Voor u en haar, waar nog sijn houtmijt brant. Vorige Volgende