Moortje
(1984)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 207]
| |
Ga naar margenoot+Het derde deel, het eerste uytkomen.
Roemert, Kackerlack, Koenraat, en de stomme Moor Writsart
roemert
Maar seecker isset waar, bedanckte sy mijn seer?
kackerlack
Gheweldich!
roemert
Wat sechdy wasse wel in haar schick?
kackerlack
Ja Heer!
Dan doch so seer niet om die seer schoone schenckagie,Ga naar voetnoot1148
Als om datse haar wert geschoncken van so grooten personagie!
1150[regelnummer]
En dat is 't eerst daar sy haar hooghe moedt op draacht.Ga naar voetnoot1150
| |
[pagina 208]
| |
koenraat
'k Sal letten op mijn tijdt misschien of het soo slaacht,Ga naar voetnoot1151
Dat ick mach an Moyaal dees mijn Mooriske schencken:
Dan siet den Hopman daar, hy sou licht arch dencken.Ga naar voetnoot1153
roemert
Ja die gracy heb ick; dat al wat ick beginGa naar voetnoot1154
1155[regelnummer]
Dat heeft een aart, soo dat ick over al wellekom bin!Ga naar voetnoot1155
kackerlack
Als gy wat brenght denck ick, dats mijn genoech bekent.
roemert
Daarom sey den Hartich: Hopman ghy bent excellent!Ga naar voetnoot1157
En hy bedanckt mijn staach om dat ick soo kan leven.Ga naar voetnoot1158
Sonder dat, hy hadme de Kornet niet ghegheven.Ga naar voetnoot1159
kackerlack
1160[regelnummer]
O dat gheloof ick wel, ghy verwerft door u gheest
En door u groot verstant dat elck u eert en vreest,
't Is wonder hoe dat gy met wijsheyt en met reden,
En woorden schoon gepronckt u saken kunt bekleden,Ga naar voetnoot1163
Het volck is verbaast wanneer ghy kickt of bremt,Ga naar voetnoot1164
| |
[pagina 209]
| |
1165[regelnummer]
En wat ghy eens versoeckt wert stracx u toeghestemt;Ga naar voetnoot1165
Ghy krijcht meer door u tongh, en geesticheyt bescheyden,Ga naar voetnoot1166
Als and're met haar dienst en bloedich arrebeyden.
roemert
't Is de fijne waarheyt.Ga naar voetnoot1168
kackerlack
Sijn hoocheyt bruyckt u raat,
Om dat ghy't recht van 't landt so wonderlijck verstaat.Ga naar voetnoot1169
roemert
1170[regelnummer]
Wel bescheyelijck.Ga naar voetnoot1170
kackerlack
Hy most het ooch seer op u houwen.
roemert
Ick wasset dien hy 't woort en 't Legher dorst vertrouwen.Ga naar voetnoot1171
| |
[pagina 210]
| |
kackerlack
Dat kan ick wel dencken.
roemert
Wat dunkje?
kackerlack
Een groote saak.
roemert
En als hy somtijts wouw eens nemen zijn vermaack
In jacht, of in bancket, of dat hy wouw wtspannen,Ga naar voetnoot1174
1175[regelnummer]
Soo koos hy mijn alleen wt soo veel hondert mannen.
kackerlack
't Is wonder! wat een geck?
roemert
En als 't volck hem verdriet
Door al haar tuyldery, recht alliens weetje niet?Ga naar voetnoot1177
kackerlack
Ick weet, ick weet: of hem de walch hadt ghestekenGa naar voetnoot1178
| |
[pagina 211]
| |
Van al haar honniesnap, dan gingh hy met u sprekenGa naar voetnoot1179
1180[regelnummer]
Van saaken van belangh.
roemert
Ja seecker dat gaat vast,Ga naar voetnoot1180
En daarom noot hy mijn oock mennichmael te gast.
kackerlack
Een eellenbaas van een prins, vintmen sulcke Heeren?Ga naar voetnoot1182
roemert
Sijn hoocheyt! die sel by gheen slechte luy verkeeren.Ga naar voetnoot1183
kackerlack
Ghelijck soeckt zijn ghelijck, besonder wijse lienGa naar voetnoot1184
1185[regelnummer]
Die sullen aldermeest na haars ghelijcken sien.
Ga naar margenoot+En gaat hy met u om (hoort: onder reverency)Ga naar voetnoot1186
Soo verkeert hy by de anderde Sapiency.Ga naar voetnoot1187
roemert
De geest spreeckt uyt u mont!Ga naar voetnoot1188
kackerlack
Wat sotter vent is dit?
| |
[pagina 212]
| |
roemert
So komtet dat ick staech het hoochst' an tafel sit.
kackerlack
1190[regelnummer]
De garde. het komt u toe!Ga naar voetnoot1190
roemert
So wy lest int gespreek // tradden
Ick sprack, sy sweghen ofse een lap in haar beck // hadden.
Den Hartich sachmen an, ghelijck zijn Magisteyt,Ga naar voetnoot1192
En hy ontsetten hem van mijn welsprekentheyt.Ga naar voetnoot1193
kackerlack
Een mirakel van een Man! ist so?
roemert
'tIs waar ick sech // het
kackerlack
1195[regelnummer]
't Is met al 't Hof gedaan, so hy de smaack eens wech // het
Van u groote wijsheyt: u woorden hebben kauw.Ga naar voetnoot1196
Schijt Cicero! Siet, siet nu treet hy als een pauw,Ga naar voetnoot1197
| |
[pagina 213]
| |
Ja lieve Neskebol; hoe swiert en swayt den geckert!Ga naar voetnoot1198
roemert
Wat seyt den Rekel, he!Ga naar voetnoot1199
kackerlack
Den Hartoch is verleckert
1200[regelnummer]
Op u gheselschap: Want seker als hy u mist,
So mist hy al zijn vrolijckheyt en vreucht.
roemert
So ist,
Ick tast niet an myn hoedt wien my oock mach gemoeten,
Ten sy de grooten my met blooden hoofde groeten.Ga naar voetnoot1203
kackerlack
Ghy bintet waardich, ick mien een voet in jou gat,Ga naar voetnoot1204
1205[regelnummer]
Wijstme sulcken dwaas eens inde heele stadt!
roemert
Wat vraagh ick na de luy, of syter wat antrecken,Ga naar voetnoot1206
Ick doet wanneert mijn lust.Ga naar voetnoot1207
| |
[pagina 214]
| |
kackerlack
Men vindt veel sulcke gecken!
Den Hertoch is verciert als ghy hem doet de eer,Ga naar voetnoot1208
Dat ghy eens met hem gaat de straat op ende neer.
roemert
1210[regelnummer]
Hy steekt zijn borst op als een Gans.Ga naar voetnoot1210
kackerlack
Ja gy bent heerlijk,
roemert
Door mijn deucht maack ick hem en al de zijnen eerlijck,Ga naar voetnoot1211
En daarom set hy mijn staach aan zijn hoogher sy.Ga naar voetnoot1212
kackerlack
De gallich om u hals.Ga naar voetnoot1213
roemert
Al de werelt gingh my
Achter mijn rugh hierom beschimpen en besmalen,
| |
[pagina 215]
| |
1215[regelnummer]
En al mijn leempten schots en bitter op te halen.Ga naar voetnoot1215
Ick lietet onghemerckt doorslippen voor een tijdt,
Sy pruylden, en pratten, en borsten schier van spijt.Ga naar voetnoot1217
Maar ick sets' in mijn deer met al wat sy verschaffen,Ga naar voetnoot1218
Sy sullen an mijn stock niet eensjes komen blaffen,Ga naar voetnoot1219
1220[regelnummer]
Want ick souse straffen // al waren sy so koen,Ga naar voetnoot1220
Dan niemant wil van haar de kat de bel andoen,Ga naar voetnoot1221
't Hart sinckter inde schoen // so vreesen sy mijn tooren,Ga naar voetnoot1222
Wat seggen sy, Roemer het bloedt in zijn oorenGa naar voetnoot1223
Quam hy het te hooren // het lieper heel slecht // ofGa naar voetnoot1224
1225[regelnummer]
Ick hielder wis de neus en 't goedtje soo recht // ofGa naar voetnoot1225
Sneedt ick een meyts vlecht // of, met de hiel vanner bien,Ga naar voetnoot1226
Ick lietet te kermis hier inde kramen sien.
En spracker yeuwers ien, dat an mijn eer mocht raaken;Ga naar voetnoot1228
Een dubbelden Aernt souw'k van zijn lichaam maakenGa naar voetnoot1229
1230[regelnummer]
En spouwen hem het hooft tot daar toe, en 't resje van mel kaarGa naar voetnoot1230
En voeghen d'armen en de sijen eens te gaar,
Ga naar margenoot+Of setten kop op kop, een been boven en onder
En stuuren hem soo duer de werelt voor een wonder.
Rodrigo de Malta die maackteme lest soo quaat,
| |
[pagina 216]
| |
1235[regelnummer]
Mits hy soo permantich en pruets gaat by de straat,Ga naar voetnoot1235
Om dat hy nu as kacx konstapel int leegher // is!Ga naar voetnoot1236
Weet hy wel (sey'ck) datsen vaar een stille vegher // is?Ga naar voetnoot1237
kackerlack
Gants lijden! dats een streec!Ga naar voetnoot1238
roemert
Korts geschach mijn een trots
Vanden Hertochs koetsier! ick reedt hem weer op schots,Ga naar voetnoot1239
1240[regelnummer]
Wel seyd' ick, wat is hier? hoe komt dat ghy dus wildt // krijt,
Of ist, om dat ghy Overman van't slepers gildt // zijt?Ga naar voetnoot1241
kackerlack
Dats waerachtich aardich! wat een geest heeft de man!Ga naar voetnoot1242
De Droes souwt niet sinnen, dat hy versieren kan,Ga naar voetnoot1243
'k Wedt hy stondt en sach of hy het hoorde donderen.Ga naar voetnoot1244
| |
[pagina 217]
| |
roemert
1245[regelnummer]
Hy sweech as een pissebet!Ga naar voetnoot1245
kackerlack
Dats niet te verwonderen:
Sou hy niet?
koenraat
Dats een lichtmis, dats een guyt, en d'ander
Is een Zee-roover!
kackerlack
Hoe quelle schaamle luy menkander?
roemert
Heb ick u wel vertelt hoe'k de brabler quam anboort?Ga naar voetnoot1248
kackerlack
Noyt niet, secht op: ick hebt wel duysent maal ghehoort.Ga naar voetnoot1249
roemert
1250[regelnummer]
Dees brabbelaar die quam in een kuf over tafelGa naar voetnoot1250
Daar een Snol bymen sat, stracx gingh hem daar de wafelGa naar voetnoot1251
| |
[pagina 218]
| |
Wt de kerf, lief say da'k mayn stooter t'ouwent brocht?Ga naar voetnoot1252
Hangt vande banck seyd' ick, jongen 't vleys is verkocht,Ga naar voetnoot1253
Wat doeje int pardiel? je souwtje nae de Kerck // spoen,Ga naar voetnoot1254
1255[regelnummer]
Gaat leest jou getijen! en laat jou vaar dit werck // doen.Ga naar voetnoot1255
kackerlack
Ha ha hay!
roemert
Wel wat ist?
kackerlack
Kluchtich! ghy weter van,Ga naar voetnoot1256
Wtghenomen aardich, daar is gheen verbeteren an,Ga naar voetnoot1257
Ist een spreeck-woort, of hebdijt uyt een boeck ghesocht?
roemert
Hebdijt meer gehoort?
kackerlack
Dick.
roemert
Ick hebbet oppebrocht.Ga naar voetnoot1259
| |
[pagina 219]
| |
kackerlack
1260[regelnummer]
't Most den dartelen lecker wel schrickelijcken spijten.Ga naar voetnoot1260
koenraat
Dat jou de Nicker haal!Ga naar voetnoot1261
kackerlack
Trouwen ghy kunt verwijten!
Hoe hield' hy hem doch al? Maar kreech hy soo koel // slip?Ga naar voetnoot1262
roemert
Wat souw hy doen goet man! hy keeck als een Poel //-snip,Ga naar voetnoot1263
Hy wist niet waar hy best zijn weesen soude laten,Ga naar voetnoot1264
1265[regelnummer]
Sy lachten haar schier doot die inde kamer saten,
Somma; ick had daar mee de schrick in al de rest.Ga naar voetnoot1266
kackerlack
Het was gheen onghelijck:Ga naar voetnoot1267
roemert
Maar wat houje voor best?
Sal ick Moy-aal 't vermoen nu wt den hoofde drijven
| |
[pagina 220]
| |
Van dat ick 't meysje min?
kackerlack
Neen: wilt haar eerder stijven
1270[regelnummer]
In dat achterdencken.Ga naar voetnoot1270
roemert
Waarom?
roemert
'k Weetet.
kackerlack
Let op mijn raat, als sy Ritsert gaat noemen;
So moet ghy van Katrijn haar soete vrientschap roemen:
Seyt sy, laat ons Ritsaart noo'n te gast, so beveelt
1275[regelnummer]
Datmen het meysjen haalt, op dat sy u eens speelt.Ga naar voetnoot1275
Soo sy zijn wijsheyt prijst, en hoe hy haar gaat vieren:
So looft haar schoonheyt, en bevallige manieren.
Somma speelt leer om leer, en gheeft haar waar om waar.Ga naar voetnoot1279
| |
[pagina 221]
| |
roemert
1280[regelnummer]
Waar sy verlieft op myn, so souwt wat moghen baten.Ga naar voetnoot1280
kackerlack
Als sy u gift ontvanght, en die niet wil verlatenGa naar voetnoot1281
Om datse dat bemindt uyt jonst die ghy haer droech:Ga naar voetnoot1282
Wat klaghen hebt ghy dan, is dat niet lief ghenoech?
En onghetwijfelt 'tsal haar dapper oock verdrieten,Ga naar voetnoot1284
1285[regelnummer]
Dat dan een ander sal de lieve lust ghenieten,
En het ghenot, dat sy dus langh van u ghenoot,
Indien ghy u verstuert.Ga naar voetnoot1287
roemert
't is wel geseyt, maar 'tschoot
My juyst niet inde zin.
kackerlack
Dats wat nuws, bymen sonden
Ghy dochter niet om, aars ghy haddet licht ghevonden.Ga naar voetnoot1289
moy-aal, Roemert, Kackerlack, Koenraat
1290[regelnummer]
En heb ick niet terstondt gehoort myn Hopmans stem?Ga naar voetnoot1290
Mijn dochtet, ja wel siet, hoe schoon, hier vind ick hem,
Myn Roemert weest gegroet.Ga naar voetnoot1292
| |
[pagina 222]
| |
roemert
Myn boeltje, kanjewieltje!
Heb jy myn nu niet lief? het dienst-meysje gevieltje?Ga naar voetnoot1293
koenraat
O wat behendicheyt! o wat een heusche groetGa naar voetnoot1294
1295[regelnummer]
En wat eerbiedicheyt hy an zyn liefste doet!
O wat bevallicheyt van intre! wat aardicheyt!
moy-aal
So seer niet om haar selfs als om u hooghwaardicheyt!
kackerlack
Ay gaewe eten stracx, ick heb soo langh ghevast?
koenraat
Ja wel het is een volck dat op malkander past.Ga naar voetnoot1299
roemert
1300[regelnummer]
Als ghy wilt, ick ben ree.
koenraat
Nu ick wil haar gaan teghenGa naar voetnoot1300
Als of ick quam van Huys: waar is de reys gheleghen?Ga naar voetnoot1301
| |
[pagina 223]
| |
moy-aal
Wel Koenraat sydy daar?
koenraat
Ay lieve hoort een woort?
moy-aal
Dat deed' ick garen: maar ick moet voor dees tijt voort.Ga naar voetnoot1303
koenraat
Waar?
moy-aal
Waar! en siedy niet den Hopman en den desen?
koenraat
1305[regelnummer]
Gewisselijck ick siet, met spijt en met leetwesen,
Ghy moocht soot u ghevalt ontvanghen nu de Moor.Ga naar voetnoot1306
roemert
Wel waar na wachtmen nu? waarom gaan wy niet door?
| |
[pagina 224]
| |
koenraat
So de beleeftheyt oyt had plaats in u myn Heeren,
So laat my an Moyaal myn schenckingh nu vereeren
1310[regelnummer]
Met woorden van bescheyt.Ga naar voetnoot1310
roemert
Ho! dat moet al wat zyn,
Ick gis datse doch is veel schoonder als de myn!
koenraat
Ick weet niet wat het is, het dinghen salt bewijsen;Ga naar voetnoot1312
Ick houw van pocchen niet, het moet zijn selven prijsen.
Moortje komt voor den dach!
roemert
dees kost een spaensche kluyt:Ga naar voetnoot1314
kackerlack
1315[regelnummer]
Secht een vaan Delfs-enghels!Ga naar voetnoot1315
koenraat
Hoe nu, wat seyt de guyt?
Komt herwaarts Moortje! dees sy u vereert myn vrouwe.
Haar gaaf en glat aanschijn dat muechdy wel beschouwe
Besiet een weynich doch haar lieffelijck ghelaat.
Haer fiere, frische jeucht is in haer beste staat.
| |
[pagina 225]
| |
roemert
1320[regelnummer]
Waarachtich sy is eel!
koenraat
Wat segh gy Kackerlackje?
Ga naar margenoot+Wat schorter an? Het sy een rimpel of een vlackje?Ga naar voetnoot1321
En ghy Hopman Roemert! wat dunckter u toch van
Siet ghy't nu, dit of dat, secht mangelter wat an?Ga naar voetnoot1323
Sy swijghen alle beyd' dat is ghenoech ghepresen.
1325[regelnummer]
Sy schrijft goet vaerdich schrift, sy kan oock lustich lesen,Ga naar voetnoot1325
Sy handelt braaf de Luyt, sy singt heel soet Mussyck,
Sy doet oock wat sy doet, sy doet het meesterlijck;
Voor een seer geestich mensch so wort sy u gheghevenGa naar voetnoot1328
Die opghetrocken is om voor een Prins te levenGa naar voetnoot1329
1330[regelnummer]
So kuys en 'tzaart is sy gemaniert, ick sech, datGa naar voetnoot1330
Haar zedicheyt beschaamt de Dochters van de Stadt.Ga naar voetnoot1331
roemert
Sy is seecker wel moy: en gingt niet na de Vasten,
Ghelijck het doet, ick vrees, ick soumer an vertasten.Ga naar voetnoot1333
koenraat
Der geender dies u schenckt en wel vrywillich gheeftGa naar voetnoot1334
1335[regelnummer]
Die wil niet dat ghy juyst alleenich by hem leeft:
Noch alst hem komt te pas dat ghy dan and're buyten
| |
[pagina 226]
| |
Om zynent wil alleen souwt voor de deure sluyten;
So honts en is hy niet: hy stelt u los en vry,Ga naar voetnoot1338
Hy roemt sick nimmer van zijn stoute vechtery!Ga naar voetnoot1339
1340[regelnummer]
Hy soeckt gheen yd'le eer, ghelijcken veel groot-spreeckers,
Dat niet dan Guyllen zijn, en Blaffers, en Wint-breeckers,Ga naar voetnoot1341
Die brommen met haar schandt, en toogen borst en hooft,Ga naar voetnoot1342
Waer sy gheteeckent zijn, ghehouwen en gheklooft.
Noch hy belet u niet dat ghy met eenighe Vryers
1345[regelnummer]
U lusten souwt voldoen, als sommighe benijers,
Maar alst u wel behaaght dat hy u eens gherieft,Ga naar voetnoot1346
Ontbiedt hem, waar ghy wilt, en wanneert u ghelieft.
roemert
Dit is een lust te sien! en 'tblijckt dat dit een knecht // is
Van een beroyden baas, myn dunkt dat dit wel slecht // is.Ga naar voetnoot1349
kackerlack
1350[regelnummer]
Dats waar! dat weet ick wis, en hy't om 'tgelt niet liet
Hy leedt hem andersins met sulcken pracher niet.Ga naar voetnoot1351
koenraat
Swijcht wayfler, swijgh ghy: O ghy schuym van alle boeven,Ga naar voetnoot1352
Want na dat ghy 'tproffijt van 'tvleyen quam te proeven,
So hebdy al u gheest, en al u kunst gheset
| |
[pagina 227]
| |
1355[regelnummer]
Om te panlicken steets, dees dolle droncken slet:Ga naar voetnoot1355
Want ick acht datmen u, met een taart, of een struyfje;Ga naar voetnoot1356
Sou kryghen waarmen wouw: 'tOuwerkerck om een schuyfje:Ga naar voetnoot1357
Want met een tooghje Wijns, of met een beker Bier
So soumen iagen u door Water en door Vier.
roemert
1360[regelnummer]
En wanneer gae wy voort?
moy-aal
'kSal dese binnen leyden,
En bestellen met een eenige nootlyckheyden,Ga naar voetnoot1361
Dan koom ick u strax by.
roemert
Kackerlack ick gae vuer,
Verwacht ghy Moyaal hier, en vollicht my met huer.
koenraat
Neen; dats behoorlyck en 'tsouw niet mogen sloeren,Ga naar voetnoot1364
1365[regelnummer]
Dat een Hopman by daagh sou sling'ren gaan met hoeren.Ga naar voetnoot1365
| |
[pagina 228]
| |
roemert
Wat sal ick meer seggen? het spreeckwoort is oprecht:
Ga naar margenoot+Sulck Man, sulck vis, sulck Meester, sulck knecht.Ga naar voetnoot1367
kackerlack
Ha hay.
roemert
Hoe lachje dus?
kackerlack
Om dat gy schempt so schranderGa naar voetnoot1368
Nu weer met Koenraat, en vlusjes met den Brabander;Ga naar voetnoot1369
1370[regelnummer]
Maar siet daar komt Moy-aal.
roemert
gae gy u gangh al voort,
Bereyt de maeltijt stracx met al zijn toebehoort.Ga naar voetnoot1371
kackerlack
Ik gae!
moy-aal
Angniet hoort hier!
| |
[pagina 229]
| |
angeniet
Wat ghelieft u mijn vrouwe?
moy-aal
Doet alle dingh soo wel als ick u toe vertrouwe.
Soo Vrederijck hier komt, so geeft hem goet bescheydt,Ga naar voetnoot1374
1375[regelnummer]
En bidt hem vriendelijck dat hy een weynich beydt,
Doch heeft hy yets te doen, of zijn orber te besorghen,Ga naar voetnoot1376
Verdachvaart hem op nieuw, dan weder teghen morgen:Ga naar voetnoot1377
En wil hy daar niet an, en weyghert hy dit gants
Soo doet hem brenghen voort ten huyse des Hopmans.Ga naar voetnoot1379
angeniet
1380[regelnummer]
Ick salt doen.
moy-aal
Maar houwt! 'k beveel u sonderlinghenGa naar voetnoot1380
Dat ghy de jonghe Maacht bewaart voor alle dinghen;Ga naar voetnoot1381
Op dat haar suyverheyt van niemant wert besmet
Siet toe dat ghy een voet niet buyten 'thuys en set.
roemert
Nu gaan wy het is tijd. hoe langh suldy noch marren?Ga naar voetnoot1384
| |
[pagina 230]
| |
moy-aal
1385[regelnummer]
Gaat binnen ghy lie, of vervolcht ons van varre.
| |
Het derde deel, het derde uytkomen.
frederyck de Broeder van 't Haechsche Meysie.
WAarlijck hoe ick mijn meer bepeyns en wel versinGa naar voetnoot1386
Dit gaan en komen heeft al veel bedenckens in.Ga naar voetnoot1387
Nochtans soo isser yet dat my 't hart kan beroeren
En doet mijn sinnen al een heftich oorloch voeren,Ga naar voetnoot1389
1390[regelnummer]
De leydtslie vande strijdt, die zijn voornaemlijck dees,
Ter eender sy de hoop, ter anderer de vrees:
Want van Moy-aal en kan my anders niet gheschieden
Als schaad' en schand, en opspraack by de vrome lieden,
Die als sy 't sullen sien, stracx vraghen, en vermoen.Ga naar voetnoot1394
1395[regelnummer]
Wat dat Frederijck heeft met dese hoer te doen?
Nochtans sach ickse noyt als dese reys verlede,Ga naar voetnoot1396
Als sy my met haar meyt tot harent halen dede,
En nae dat ick daar quam, sy vant wel haast een saackGa naar voetnoot1398
Om my te houden daar een wijltijdts met der spraack.Ga naar voetnoot1399
1400[regelnummer]
Met schijn-heylich ghelaat soo heeft sy haar ghelatenGa naar voetnoot1400
Ghelijck of sy met my yet sonders had te praten,Ga naar voetnoot1401
Van saaken van ghewicht: maar stracx docht ick, dat sy
Bemantelde met schijn van deucht, haar boeverij,
Recht als my was geseyt, dat sulcke loose vrouwenGa naar voetnoot1404
| |
[pagina 231]
| |
1405[regelnummer]
Die trecken bruycken, om de Jonghmans an te houwen.Ga naar voetnoot1405
Sy schickt haar an't buffet, verciert op zijn ghesienst,Ga naar voetnoot1406
En treckt my neffens haar, en biedt my alle dienst,
En socht soo middel en loose gheleghentheden
Ga naar margenoot+Om my te vraghen uyt met d'een en d'ander reden:
1410[regelnummer]
Int kort, so vraaght sy myn met een te dub'len gheest,Ga naar voetnoot1410
U Ouders Frederijck, zyn sy langh doot gheweest?
Ick noemden haer den tijdt, helaas! van haar verscheyden.
Voort vraecht sy na myn goedt, en meer omstandicheyden:
Hoe, waar myn Vaders Huys ghestaan had in den Haagh;
1415[regelnummer]
Ja duysent dingen meer, int lest doet sy een vraagh
Of ick gheen Suster noch jongh zynd had verlooren
Inden Troubel? en oft aan haar niet was ghebooren,Ga naar voetnoot1417
Waar an datmense mocht bekennen? en midtsdienGa naar voetnoot1418
Of ickse kennen souw, als ickse quam te sien?
1420[regelnummer]
Waarom soo vraacht sy dit? hier staat my op te letten,Ga naar voetnoot1420
Misschien of dit de pry met valscheyt uyt gaet setten,Ga naar voetnoot1421
Om my te maken diets, dat sy myn Suster is,
Die yewers is vervoert van eenige lichtmis;Ga naar voetnoot1423
Doch so myn Suster leeft, door Godts krachtich bewaren,Ga naar voetnoot1424
1425[regelnummer]
So is sy oudt ontrendt haar ses of achtien Jaren.
Moyaal is wel so ouwt, of minder niet als ick,Ga naar voetnoot1426
Oock ken ick haar voorstel wel dóóden schriftelick,Ga naar voetnoot1427
Sy heeft my we'er ontbo'on, dies ben ick onverduldich;Ga naar voetnoot1428
Ick sweert de dardemaal blijf ick de reys haar schuldich.Ga naar voetnoot1429
| |
[pagina 232]
| |
1430[regelnummer]
Hou sick houw!Ga naar voetnoot1430
angeniet
wien is daar?
frederyck
de gheen die ghy ontbiet.
angeniet
Myn Jofvrouw is niet t'huys!
frederyck
Ja wel docht ick het niet?
Of hebdy t'saam bedocht om my eens te bedrieghen?Ga naar voetnoot1432
angeniet
Ay lieve komt in huys, en hoort eens sonder lieghen;
Moyaal die bidt u, dat het u ghelief, myn Heer,
1435[regelnummer]
Te komen morgen eens, om harent wil hier we'er.
frederyck
'kHeb anders wat te doen.Ga naar voetnoot1436
| |
[pagina 233]
| |
angeniet
Ay wilt toch so langh blijven
Tot dat sy weder comt.
frederyck
Ick moet myn handel drijven,
Dus haaltse of ick ga.
angeniet
Blijft doch ick bidder om.
frederyck
Ick wil een Schellem zyn, soo'ck wacht of wederkom.Ga naar voetnoot1439
angeniet
1440[regelnummer]
Meendij't waarachtich Heer, ick sal u stracx doen leydenGa naar voetnoot1440
Ter plaatse daar sy is.
frederyck
Laat my niet langer beyden.
angeniet
Klaartje Klonters laat staan de schoot'len die gy wast,
Brenght dese fijn-man daar ons Joffvrouw is te gast.Ga naar voetnoot1443
| |
[pagina 234]
| |
Het vierde uytcomen, het darde bedrijf.
reynier een Ionghelingh.
Nu gist're middach soo wy gingen op den Dam,Ga naar voetnoot1444
1445[regelnummer]
Daar d'een en d'ander lanst vast by de borsten quam:Ga naar voetnoot1445
So maackte wy een ringh ghelijck de Poortegysen,Ga naar voetnoot1446
Den een die begon dit, en d'ander dat te prijsen:
Wat seyde Licht-hart, 'tis hier lange noech estaan,Ga naar voetnoot1448
Goemannen wat raat, waar selle wy toch gaan?
1450[regelnummer]
Ga naar margenoot+Komt gae wy op de Hal en sien de geesten speelen.Ga naar voetnoot1450
Maar packe-bier die sey ick mach geen schempen veelen,Ga naar voetnoot1451
'k Ben liever inde kroech by een excellente Trijn;
Ick mach so langh oock by gheen Redenrijckers zyn:
Want dit volckje wil steets met alle Menschen gecken,
1455[regelnummer]
En sy kunnen als d'Aap haar afterst niet bedecken;Ga naar voetnoot1455
Sy segghen op haar les, so stemmich en so stijf,
Al waar gevoert, gevult, met klaphout al haar lijf!Ga naar voetnoot1457
Warent de Enghelsche, of andere uytlandtscheGa naar voetnoot1458
Die men hoort singhen, en so lustich sien dantse
1460[regelnummer]
Dat sy suysebollen, en draeyen als een tol:Ga naar voetnoot1460
Sy spreeckent uyt haar geest, dees leerent uyt een rol.Ga naar voetnoot1461
'tIsser weer na (seyd ick). alst is, sey Eel-hart schrander,Ga naar voetnoot1462
| |
[pagina 235]
| |
Dat verschil is te groot besietmen 't een by 't ander!Ga naar voetnoot1463
D'uytheemsche die zyn wuft, dees raden tot het goedt,Ga naar voetnoot1464
1465[regelnummer]
En straffen alle quaat bedecktelijck en soet:Ga naar voetnoot1465
'tWas moy sey schalcke Jan, dat sy lieten haar ghekibbel:Ga naar voetnoot1466
Maar 'tis telckens weer-an met een hibbel en dribbel.Ga naar voetnoot1467
Noch leeren sy de luy te laten nijdt en twist,Ga naar voetnoot1468
En 'tis een volck dat selfs staagh buyten de pot pist.Ga naar voetnoot1469
1470[regelnummer]
Wat schaat dat? seyden ick, of sy somwijls wat twisten,
Dat doen wel fijnder lien, al zynt gheen Kameristen.Ga naar voetnoot1471
Doe sprack daar op Klaas Kluft, ick ben dees praat al wars,
Mesjeurs wat nieuws, daer zyn nu Oesters kars en vars,Ga naar voetnoot1473
En nuwe Rijnsche wijn gints op de Hantbooghs Doelen,Ga naar voetnoot1474
1475[regelnummer]
Komt gawe seyd hy, en laat ons dit eens doorspoelen.
Wy ameldent al: maar Piet recht-uyt wouw na de Kerck,Ga naar voetnoot1476
Ick doe oock goet sey'ck, als ick in 's Lants mid'len werck;Ga naar voetnoot1477
Want waar souwen de Waarden, Pachters, en Penningmeesters tgelt haalen,
Daar de Staten de Steden me versien, en de Soldaten me betaalen?
1480[regelnummer]
Wat sinje een nuw-man sey Melicker, die wouw na de vrijsters,Ga naar voetnoot1480
Wel seyd ick benje mal, als dese Amsterdamsche Asse-vijsters:Ga naar voetnoot1481
| |
[pagina 236]
| |
Die een heele uytstrenghen dach gaen loopen by de meyt,Ga naar voetnoot1482
Ghelijck als men van Dirick-door tot een geggetje seyt,Ga naar voetnoot1483
Die niet troeven en kon, maar dat hy eerst lierde // datGa naar voetnoot1484
1485[regelnummer]
Bij Lysje met een oor, dan 'tkosten hem wel een half vierde // vatGa naar voetnoot1485
Rabbauwen, met een beniste Koeck, en dardalfpont karstengen.Ga naar voetnoot1486
Wat noch prijs ick myn selfs, ick weetmen tijdt beter door te brengen
Met een pasdijsje, een trocentje, een ticktackje en een verkeertje,Ga naar voetnoot1488
Wat seghje daar of eellegeest? kuen gyt niet, hoort hier! ick leertje;Ga naar voetnoot1489
1490[regelnummer]
Waarachtich ick sech eer ick de meyt wou loopen na haar gatGa naar voetnoot1490
Ick wouw liever dat sy de fransoysen of sintvelten hadt,Ga naar voetnoot1491
Komt gaat met ons en drinckt een kannewijns, of anders wat sel icker
Meer of segghen? als Melckert is een rechte meyde-melcker:Ga naar voetnoot1493
Loopt schijten met de meysjes, ick ry liever te Paart,Ga naar voetnoot1494
1495[regelnummer]
Een singeltjen eens om, dat is toch de moeyten waart.
Ga naar margenoot+Ick wouw liever een roosenobel verrosesoolesen en vertabacken,Ga naar voetnoot1496
Eer ick by dat geschuerde goedt sou praeten alderleye quacken.Ga naar voetnoot1497
Of ick ga so lief in een Kaatsbaan en haal een warm lijf,
Dat komt so nauw niet, al verspeul ick hondert gulden vier vijf,Ga naar voetnoot1499
| |
[pagina 237]
| |
1500[regelnummer]
Wilje me so gaet me (seydese) wy sellen om 'tgelach maer spuelen,Ga naar voetnoot1500
Wy willen hier niet langher gaen als een Paert in een rosmuelen,Ga naar voetnoot1501
En blijven hier int óóch van het graeuw, of dit ghespuys.
Doen seydese: Writsaart ghy bent op de Doelen een kijnt ten huys,
Wilt so veel doen en gaender heen en segghen:Ga naar voetnoot1504
1505[regelnummer]
Dat sy voor ons sessen dry Kapoenen, en vijf Snippen anleggen,Ga naar voetnoot1505
Met een deel Vincken, en Lijsters, met een delickate Bouwt,Ga naar voetnoot1506
En seght Heereman en Ariaantje, dat sy ons de beste kamer houwt:Ga naar voetnoot1507
Siet Writsert wy maken u Heer enne Voocht van morgen avent,
Maacktet so bont als gy wilt, 'tis toch alle daagh gien Vastelavent,
1510[regelnummer]
Schaft louter vol op, voor een Prins, het moeter nu op staen,Ga naar voetnoot1510
Al souwen wy te nacht de klapmuts en de botter op een róóster braen.Ga naar voetnoot1511
Wel Writsert namt an, dat hy dit teghen nu t'avent sou beschicken;
En nu wy daer komen en isser te bancken noch te bicken:Ga naar voetnoot1513
Wy keken op menkaer, want wat souwen wy toch doen?
1515[regelnummer]
Wy wisten niet wat wy souden dencken of vermo'en:
Dan ick denck dat hy van sijn laagenóóts heeft vernomen,Ga naar voetnoot1516
Datter weer een nuwt haertje, of swaentjen is gekomenGa naar voetnoot1517
Yewers in een kufje, daer hy hem by vergeet.Ga naar voetnoot1518
Daar is niet een kamer-katje, niet een stijfstertje dat hy niet en weet:Ga naar voetnoot1519
| |
[pagina 238]
| |
1520[regelnummer]
Want hy het de besteetsters, en rofsters, en koppelsters op sijn hant,Ga naar voetnoot1520
So datter niet een nuw snofje komt van óósten of van brabant,Ga naar voetnoot1521
Of hy heefter sijn Kouranct of, hoe wel s'et niet luyt roepen.Ga naar voetnoot1522
'Tis een goet schic van een knecht, tis jammer dat hy so loopt snoepen:Ga naar voetnoot1523
Ten is geen wonder al is hy jongh dat hy alree brilt:Ga naar voetnoot1524
1525[regelnummer]
Want van sijn vijftien of sestien Jaer so raackten hy op het wiltGa naar voetnoot1525
Door sijn Bierdragers, waagdragers, Kóórendragers daer hy me uyt ree,
Die lierden hem alle schellemerij als hy slechs de witten uyt dee,Ga naar voetnoot1527
En spueldent Heerschip. Hoe souwen vuel koopluy huer goet niet mind'renGa naar voetnoot1528
Diens sonen so diep gaen, en teren aars noch aars als grave kindren,Ga naar voetnoot1529
1530[regelnummer]
Die 'tachten vuer een truesnues datmen duysent kroonen opset,Ga naar voetnoot1530
En so komt datter mennich haar goedtjen en huer koeck op op het.Ga naar voetnoot1531
Nu, mijn Spitsbroers die hebben de last geleyt op mijnGa naar voetnoot1532
Om Writsert te vinden, ick vind' óóck waer ick hem vijn.Ga naar voetnoot1533
Gordt vondt ick hem nu t'huys, ick sou hem lóós uyt haelen.Ga naar voetnoot1534
1535[regelnummer]
Wat die ick ginder? wel wie komt daer van Moyaalen?Ga naar voetnoot1535
Is hy't? neen hy! 'Tis hy! wat souw hy? Hy ist! ick ghelóóft:Ga naar voetnoot1536
| |
[pagina 239]
| |
Hy moet de Vastelavondt wel dapper hebben in sijn hóóft,Ga naar voetnoot1537
Of 'tmoet een wedt-spul zijn, dat hy heeft wille winnen,Ga naar voetnoot1538
Of souw hy't doen uyt liefd' tot lust van sijn Vriendinne?Ga naar voetnoot1539
1540[regelnummer]
'Tis wel een gecklijck kleedt, de Karel is wel nar,Ga naar voetnoot1540
Had hy'er twee tot hem, so mocht hy singhen met de Star:Ga naar voetnoot1541
Ga naar margenoot+Hier kamen wy Haeren mit onse steeren,Ga naar voetnoot1542
Das Kindelyn Iesus willen wy liben ond eeren;
Der jungste Kuningh is wolle bekant,
1545[regelnummer]
Dat isser de Koningh aus Greeckenlandt.
Maar is hyt seker al? ick souwtme licht ontgeven:Ga naar voetnoot1546
't Ghelijckt hem an zyn gangh: hy isset al zyn leven!
Ja wel het is te mal, de geck is seecker sot,
Hier schort niet dan een blaas, of so een romel-pot,
1550[regelnummer]
Om voor de luyer duer te rasen en te singhen,Ga naar voetnoot1541-1550Ga naar voetnoot1550
De neske-deuntjes met de kinderlijcke dinghen:Ga naar voetnoot1551
Als; gheeft my een Panckkoeck uyt de pan, ho man, ho:Ga naar voetnoot1552
De Vastelavondt die komt an: so myn Heer, also:
Ick wil hier eens gaan staan, en luysteren te deghen,
1555[regelnummer]
Wat tot dees dwaasheyt mach den jonghelingh beweghen.
| |
[pagina 240]
| |
writsart
Ach! is hier yemant oock? neen hier is niemant niet,
Die myn vervolcht of hoort, of niemant die men siet:Ga naar voetnoot1557
En sal ick niemant dan, myn vreuchden eens ontdecken?Ga naar voetnoot1558
Och! of hier yemandt waar, die ick dit mocht vertrecken!Ga naar voetnoot1559
1560[regelnummer]
O myn! nu ist de Tydt, dat ick de wreede dóótGa naar voetnoot1560
Sou nemen wel in danck, op dat mijn blytschap groot
Door ramp noch ongheval, schielijcken comt te sterven,
Oock mach ick opter Aardt geen grooter vruecht verwerven.
Maar waarom komt hier nu niet na myn wil en wensch
1565[regelnummer]
Eenich verneem-kleetje, noch geen nieuws-gierich Mensch,Ga naar voetnoot1565
Die myn het hooft wat breeckt, met lastigh uyt te vraghen?Ga naar voetnoot1566
O Writsert wat is dit? wat sotheyt doet u draghen
Dit malle Momme-pack? hoe koomdy doch so bruyn?Ga naar voetnoot1568
Wel hoe grim-lachje dus? wat hebdy voor Fortuyn,
1570[regelnummer]
Dat ghy u dus verhuecht? hoe staatet lijf soo rustich?Ga naar voetnoot1570
Hoe zydy doch so blijdt, so sorgheloos, so lustich?
Waar hebdy doch ghehaalt, dit grillighe gewaat?Ga naar voetnoot1572
Waar koomdy doch van daan? of waar ist dat gy gaat?
Hoe staatet hooft so los? sydy wel by u sinnen?Ga naar voetnoot1574
1575[regelnummer]
Wat rasery is dit die u dit doet beginnen?
| |
[pagina 241]
| |
reynier
Ick sal eens by hem gaan, en spreken hem eens toe
Mogelijck of ick hem daar vruntschap mede doe.Ga naar voetnoot1577
Wel Writsert! wel hoe nu? van waar dees sotte dinghen?
Wat mallicheyt is dit? ghy slacht de hockelinghen;Ga naar voetnoot1579
1580[regelnummer]
Ghy hippelt, ghy drabbelt, ghy raast, ghy springht, ghy baartGa naar voetnoot1580
Al eveleens oft ghy niet gaar gebacken waart.
Wie heeft u dus gheswart? laat ghy u dus besmeeren?Ga naar voetnoot1582
Hoe raak gy Eelleman an dit fatsoen van cleeren?Ga naar voetnoot1583
Wel dusken Joodschen doeck om 't hooft, mach dit bestaan?Ga naar voetnoot1584
1585[regelnummer]
Meen jy dit nuwetje te brenghen op de baan?Ga naar voetnoot1585
Dit volck is so mal niet, sy houwen watter dracht // isGa naar voetnoot1586
Quamje te Delft, of yewers daar de pracht // isGa naar voetnoot1587
Ga naar margenoot+Ghy kreeght een dicke duyt ten minste voor 'tfatsoen,Ga naar voetnoot1588
'Tzyn Apen van Menschen die alle dingh na doen.Ga naar voetnoot1589
1590[regelnummer]
Hoe bendy dus verblyt? u hóóft gaet als een muelen:Ga naar voetnoot1590
Sin je met de kop equelt? loopese wat spuellen?Ga naar voetnoot1591
Hoe siedy my dus an? wat isser ist geen deech?Ga naar voetnoot1592
Wel hy! hoe swyghdy dus? maer toch, ben gy al sneech?Ga naar voetnoot1593
Of waarom hebdy doch dees dwaasheyt voorgenomen?
| |
[pagina 242]
| |
writsart
1595[regelnummer]
O Doot! Reynier ghy mocht u leven so niet komen,Ga naar voetnoot1595
Dat ick u liever sach als tegenwoordich nu!
reynier
Ay verteltmen doch wat, Writsert dat bid ick u!
writsart
Hóórt hier, ick kan myn vreucht noch houwen noch beleggen;Ga naar voetnoot1598
Maar 'tgeen dat ickje segh dat moet gy niet we'er seggen:Ga naar voetnoot1599
reynier
1600[regelnummer]
O neen! eer icket docht ick deedt liever. vertel.Ga naar voetnoot1600
writsart
Myn Broeder heeft een boel, Reynier kundyse wel?Ga naar voetnoot1601
reynier
Ja ick: ghy meent Moyaal, alias de Spaansche Joffer.
| |
[pagina 243]
| |
writsart
Recht so, de by-sit vande Kakel-bonte Doffer.Ga naar voetnoot1603
Dees wert huy-morgen vróó een overschóóne MaaghtGa naar voetnoot1604
1605[regelnummer]
Gesonden, maar waarom en heb ick niet gevraacht.
Reynier! Hoe sal ick toch ten eynde toe vol-loven;Ga naar voetnoot1606
Die doch in schoonheyt gaat de schoonste var te boven.Ga naar voetnoot1607
Ghy weet, o Reynier wel, dat ick ('twelck ick beken)
Al vry wat nauw geset en kies op Snollen ben.Ga naar voetnoot1609
1610[regelnummer]
Daarom so mooghdy myn volkomelyck vertrouwen,
Dat ick wel oord'len kan wat schoon is inde Vrouwen.
reynier
Wis.
writsart
'tMoet oock al wat zyn dat myn schier sat gemoetGa naar voetnoot1612
Na sulcken nuwen smaak dus water-tanden doet.Ga naar voetnoot1613
Ja wel, ick segje dat, ten is niet uyt te spreken
1615[regelnummer]
Hoe my de soete Min het harte heeft ontsteken.
reynier
Is het waar?
| |
[pagina 244]
| |
writsart
Ja 'tis so. dat gyse eensjes saacht
Gy souwt seggen, dat sy de króón van schóónheyt draacht!
Wat is het doch van nóódt veel woorden hier te maken:
Myn Broeder Ritsert, heeft om zyn Boels ionst te schakenGa naar voetnoot1619
1620[regelnummer]
Een pick-swarte Moorin op haer versoeck gekocht,
Doch; eer dat dese is tot haren huys gebrocht,
Ontmoet my by geval Koenraat, die dese swarte
Ging brengen an Moyaal, ick klaachde hem van harte
Wat dat my was ontmoet, ick sach hem nechtich an,Ga naar voetnoot1624
1625[regelnummer]
En met myn deerlyck sien beweeghden ick de manGa naar voetnoot1625
Tot myn behulpsaamheyt, maar meest ick hem verblindenGa naar voetnoot1626
Met hoop van lóón en lof: Stracx wist hy my te vindenGa naar voetnoot1627
Een sonderlinghen vondt, hoe dat ick sonder geltGa naar voetnoot1628
Sou kryghen mynen lust; ick hebt in't werck gestelt.
reynier
1630[regelnummer]
Wel hoe?
writsart
Luystert toe en let wel op myn reden:
Wy ginghen dese Slaaf ontblóóten en ontkleeden
Haar bovenste gewaadt van fijn Cineesche Zy,
Dit schickt hy my an 'tLyf, en maakt een Swart van my,
Ga naar margenoot+En brocht my int bourdeel.Ga naar voetnoot1634
| |
[pagina 245]
| |
reynier
wat wilgy my anpraaten,
1635[regelnummer]
Waar liet gy de Mooris?
writsart
die heb ick t'huys gelaaten.
reynier
Wel waar toe deed' gy dit?
writsart
Wel dat is oock een vraagh
Die u niet wel en voeght: Om dat ick alle daaghGa naar voetnoot1637
Haar spreken sou en sien, en doen voorts mijnen wille
Met dese schoone Maacht.
reynier
Ay Writsert swijcht doch stille,
1640[regelnummer]
En payt een ander met de nuwe bueseling:Ga naar voetnoot1640
Ghy souwt so mal niet zijn om sulcken slechten ding.Ga naar voetnoot1641
writsart
Is dat soo kleenen saak en van geen meer belange?
Men schonck my aan Moyaal: na sy mijn heeft ontfangenGa naar voetnoot1643
| |
[pagina 246]
| |
Brocht sy mijn vrolijck t'huys, en voorts int kort gheseyt,
1645[regelnummer]
Daer heeft sy mijn de Maacht te hoeden opgheleyt.Ga naar voetnoot1645
reynier
U?
writsart
Ja mijn.
reynier
wat een praat? om dat sy niet sou dolenGa naar voetnoot1646
Heeft sy het arme schaap de Wolif selfs bevolen.Ga naar voetnoot1647
writsart
Sy beval my wel scharp dat ick noch Man noch Vrouw,Ga naar voetnoot1648
Hy waar oock wie hy waar by haar inlaten souw:
1650[regelnummer]
En dat ick gants alleen, alleen sou by haer blijvenGa naar voetnoot1650
Int veerst vertreck van 'thuys. Dit ging sy mijn voorschrijven.Ga naar voetnoot1651
Ick knickte met mijn hóóft ootmoedich van ghelaat,Ga naar voetnoot1652
Dat ick te vreden was te volghen haren raat.Ga naar voetnoot1653
reynier
Arme schellem.
| |
[pagina 247]
| |
writsart
sy sey: ick gae te noen uyt eten.
1655[regelnummer]
Ick was stilswijgens blijdt, dat muechdy vry wel weten.Ga naar voetnoot1655
Sy gaat en brengt my met het jonge meysje teer
In een ghecierde Zaal behanghen met gouwdt Leer:
Hier stondt een Ledekant, en daar veel naakte Beelden,
Gints hingh een Schildery van 'tvrolijck hof van weelden.
1660[regelnummer]
En siet Moy-aal die brengt dit Maachdeken an 'tbedt,
Want 'tscheen of haer voor 'thart yet sonders hadt ghelet;Ga naar voetnoot1661
En voort so ging sy uyt, en liet aldaar ons beydenGa naar voetnoot1662
Wel verre van de li'en en vande straat ghescheyde,
Sy streefde na haer pol ten noenmael oft bancket:Ga naar voetnoot1664
1665[regelnummer]
Maar sy hadt nauwelycx haar voet voor duer gheset,Ga naar voetnoot1665
Of 'tMeysjen heeft 'tghesicht dickwils om hóógh gheslaghenGa naar voetnoot1666
Op een Taef'reel, waer in dat Mars en Venus laghen
Gevanghen van Vulcaan. Besijen van de Schouw
Hing de verkrachting van de schóón Romeynsche Vrouw.Ga naar voetnoot1669
1670[regelnummer]
Dit sach ick vyerich an: want aansien doet ghedencken,
Het welck mijn opset niet int minste dede slencken.Ga naar voetnoot1671
Wel docht ick in mijn selfs, doen dit de groote Go'onGa naar voetnoot1672
So ist immers geen sondt. Speelt dit een Konings soonGa naar voetnoot1673
Die ons in alle Duecht behoorde voor te wandellen,
1675[regelnummer]
So sal mijn misbruyck licht geacht zijn by verstandellen,Ga naar voetnoot1675
Dat hem een Koopmans kint in sulcken stuck ontgaet:Ga naar voetnoot1676
| |
[pagina 248]
| |
Hoe gróóter de persoon hoe swaarder de misdaat.
Hoewel men aan een Prins de saaken wel toelatenGa naar voetnoot1678
Daer hy om bitter straft sijn eyghen ondersaten.Ga naar voetnoot1679
1680[regelnummer]
Ga naar margenoot+Nochtans der Vorsten brueck dien arregert veel meerGa naar voetnoot1680
Al het gemeene volck, dat garen volcht zyn Heer
In lóóse boevery: Als oft de EedellinghenGa naar voetnoot1682
Oft burgers kleyn van staat het selve ding beginghen,
Dies wert hy vaak ghedoot met alle sijn gheslacht:
1685[regelnummer]
Daer een boet-schuldich man alleen wert omgebracht.Ga naar voetnoot1685
Sextus verkracht uyt haat een suyvere Heltinne,Ga naar voetnoot1686
En ick schoffier een maacht uyt krachte vande minne:
Dewyle dat ick raed met al myn sinnen hiel,Ga naar voetnoot1688
De Maacht in slaap, en ick in een bekooringh viel;
1690[regelnummer]
Ick rees, ick gingh, ick sagh, sy lach en was beschoten,Ga naar voetnoot1690
Ick keeck eens rondt en tom, en heb de deur gesloten,Ga naar voetnoot1691
Gegrendelt en gehaackt op aldervaste toe.
reynier
Wel wat beduyde dat?
writsart
Ick ging na tbet.
| |
[pagina 249]
| |
reynier
en doe?Ga naar voetnoot1693
writsart
En doe; heb ick myn wil onwillich noch gekreghen.Ga naar voetnoot1694
reynier
1695[regelnummer]
Hoe dorstje dat bestaan?Ga naar voetnoot1695
writsart
Het quam so schoon gelegen
Ick mochtet niet verby: want wie de oorsaack sietGa naar voetnoot1696
En niet strax toe en tast sy schiellijck snel ontvliet;Ga naar voetnoot1697
Of die tijdt heeft na wensch, en achteloos laat glyenGa naar voetnoot1698
Die en gebuertse noch verkrijghtse tallen tyen.Ga naar voetnoot1699
reynier
1700[regelnummer]
Ghy hebtet wel beschickt, waar sullen de gesellenGa naar voetnoot1700
Nu tavont bancken? he!Ga naar voetnoot1701
| |
[pagina 250]
| |
writsart
Dat sal ick wel bestellen
Dat alle dinghen zyn te achten noch ghereedt:Ga naar voetnoot1702
Komt gaewe dat ick mach verwisselen dit kleedt:
Maar waar sal ick toch gaan ick heb myn raadt verlooren?Ga naar voetnoot1704
1705[regelnummer]
Koom ick tot onsen Huys myn Vader souw hem stooren;Ga naar voetnoot1705
En hoort myn Broeder van de lóóse guytery,
Hy moortmen!
reynier
Komt t'onsent dat is hier dichte by.
writsart
Ghy secht wel, nu treet an, so mach ick van ghewadenGa naar voetnoot1708
Verand'ren, en ick sal my vóórts met u beraden,
1710[regelnummer]
Hoe ick in dese saack sal leven.Ga naar voetnoot1710
reynier
Wel dats gangh.
O seeker, onse Maats die wachten al te langh!
|
|