Lucelle

(1976)–G.A. Bredero– rechtenstatus




[pagina 109]
Tweede bedrijf De Vader en Lucelle Waar sydy lieve kint, mijn dochter-lief, komt nader, 980[regelnummer] Komt hier mijn halve ziel, komt by u eygen vader: Op dat ick met u spreeck van een saak, die ick weet Dat u verheughen sal, en my sal wesen leet. lucelle Wel hoe, mijn Heer? wel hoe? de schakels van u pijnen En zyn die dan niet vast gekloncken an de mijnen?Ga naar voetnoot984 985[regelnummer] Wat ist dan, dat u smart, en dat my niet en deert? Seght op, soo't u gelieft, wat ist dat ghy begeert? Ick snaker na, mijn Heer.Ga naar voetnoot987 vader Wel luystert op mijn seggen: Mons Henry de Baron die quam my vooren leggen Met statelijcke reen, of ick niet was gesintGa naar voetnoot989 990[regelnummer] Te geven u aan hem? het welck ick, o mijn kint, Ga naar margenoot+Heb an, noch of geseyt: doch dat ick u behagenGa naar voetnoot991 En uwe wil en raat een antwoort soude vragen. Ick denck, dies ben ick droef, dat ghy 'tsult slaan ter handt,Ga naar voetnoot993 Want hy van Adel is de treffelijcxst van 'tLandt.Ga naar voetnoot994 lucelle 995[regelnummer] Tgebieden staat aan u, en my sal't gehoorsamen Van uwen wil en raat gevoegelijcxst betamen.
[pagina 110]
Maer mijn Heer vader-lief, ick ware meer verblijdt, Indien ick by u mocht noch blyven voor een tijdt: Op dat ick mocht mijn dienst en vlyticheyt besteden 1000[regelnummer] In't gereckelijck onthaal van u verstramde leden.Ga naar voetnoot1000 Want hoe ghy meer den loop uws levens hier vervult, Hoe ghy my meer van nood gewislijck hebben stilt. vader Soudy dan waarde kint, wanneer ghy quaamt te trouwen, U voldoende gewoont niet willen onderhouwen?Ga naar voetnoot1004 lucelle 1005[regelnummer] Mijn Heere, ick geloof, dat ick in sulcken schijnGa naar voetnoot1005 Niet beter moog'lijck souw dan al de vrouwen sijn. Die als sy zyn gehout, door liefde tot haar mannen En kleene kindertjes, het medelijden bannen Uyt haar gemoet en hart, en laten d'oude lien 1010[regelnummer] In haar ellendicheyt, daar sy niet eens na sien.Ga naar voetnoot1010 Maar dat sy var van my. Ick sal, ist u behagen, U dienen nacht en dach, en bet als oyt mijn dagen.Ga naar voetnoot1012 'Tis my van harten leet, dat ick niet dencken kenGa naar voetnoot1013 Meerder eerbiedicheyt, als ick u schuldich ben.Ga naar voetnoot1014 1015[regelnummer] Dus bidd'ick vriendelijck met oogen neergeslagen, Dat ghy den Heer Baron wilt desen antwoort dragen. vader Warelijck in dit stuck soo speur ick, o mijn kint,Ga naar voetnoot1017 De goe genegentheyt, daer ghy my met bemint. Dies 'tvaderlijcke hart dat brandt my lancx hoe heeter,Ga naar voetnoot1019 1020[regelnummer] En 'tdistilleert myn liefd van beter in noch beter.
[pagina 111]
Ick sal hem uwe wil beleefd'lijck doen verstaan, En dancken hem met een van d'eer aan ons gedaan.
Tweede uytkomenGa naar voetnoot- lucellemet haer Spelinne MargrietGa naar voetnoot- Margrietgen singt my eens mijn droevich treurich liedt Tgeen dat ick heb gemaackt gelijck ghy selfs wel siet,Ga naar voetnoot1024 1025[regelnummer] Ick sing mijn droefheyt, ick verbly mijn in mijn klachten Om te versoeten het verdrieten van mijn wachten: Ga naar margenoot+Op de Wijse: O schoonste Persoonage, &c. Lof Moeder vande Minne,Ga naar voetnoot1027 Met u geswind en schutterlijcke iongen,Ga naar voetnoot1028 Die mijn verneerde zinneGa naar voetnoot1029 1030[regelnummer] Wel eer, met eer en achtbaarheyt ontfonge. Ghy die 'tgemoet Soo vrolijck voet, En zalicht steets met vreuchden. Kompt daalt hier bymen,Ga naar voetnoot1034 1035[regelnummer] En leert my konstich rymen Myn liefs deuchden. 2. O schoonheyt net besnedenGa naar voetnoot1037 Van leest, van schick, van swier, van stal, van standen,Ga naar voetnoot1038
[pagina 112]
Van uytgelesen leden, 1040[regelnummer] Van hooft, van hals, van heupen en van handen, Niet rang noch vet,Ga naar voetnoot1041 Maar wel gheset,Ga naar voetnoot1042 Bevallich, en behendich. Doch grooter gaven 1045[regelnummer] Syn in u ziel gegraven,Ga naar voetnoot1045 Noch inwendich. 3. Och wat volmaackte redenGa naar voetnoot1047 De wyse mont met val en vlot ontslippen,Ga naar voetnoot1048 Die met verstandelheden,Ga naar voetnoot1049 1050[regelnummer] Eerst zijn gekleynst door 't breyn en lieve lippen.Ga naar voetnoot1050 In sonderheyt, Met onderscheytGa naar voetnoot1052 En kennisse der dinghen, Door dit opmercken, 1055[regelnummer] Geen woorden, noch geen wercken Hem ontspringhen.Ga naar voetnoot1056 Ga naar margenoot+4. Sijn hooghe geest doorluchtichGa naar voetnoot1057 Weet met de Pen te schildren en te schrijven: Soo aardich en soo kluchtich,Ga naar voetnoot1059 1060[regelnummer] Dat ons gemoet en sinne 'tsamen kijven,Ga naar voetnoot1060 Of'tware sijn,Ga naar voetnoot1061 Of stoffeloos schijn Voor onse geesten sweefde. Hy maalt het vrijen,Ga naar voetnoot1064
[pagina 113]
1065[regelnummer] Het rechten en het strijen, Of het leefde. 5. Ick prijs Lief u manieren. Ick roem in rijm van u hoochdragend wesen,Ga naar voetnoot1068 Al wat ghy keunt versieren,Ga naar voetnoot1069 1070[regelnummer] En wat ghy looft, het wert van mijn gepresen.Ga naar voetnoot1070 Ick lees en schrijf, Om tijt verdrijf Lust my te Reden-rijcken,Ga naar voetnoot1073 Ick soeck in vele,Ga naar voetnoot1074 1075[regelnummer] Maar hope dy ten deele Te gelijcken. 6. Ghy die my plach te leeren Het Goudt-Gemijnt, uyt 'tlichaam vander aarden,Ga naar voetnoot1078 Los-hartich te ontbeeren,Ga naar voetnoot1079 1080[regelnummer] En 'tsienlijck goet te achten na zijn waarden. Maar boven al In't aartsche dal Het Hemelsche te wenschen: Want sulck verkiesen, 1085[regelnummer] En baart geen swaar verliesen, Voor de menschen. Ga naar margenoot+7. Wat baat my nu dit weten, Mijn kloecke kunst, u leerelijcke LessenGa naar voetnoot1088 Als ghy mijn wilt vergeten, 1090[regelnummer] O Toveraar van Ioffers en Princessen!
[pagina 114]
Die mijn bekolt,Ga naar voetnoot1091 Ia rolt en soltGa naar voetnoot1092 Besweert en keunt belesen, Moogdy myn haten,Ga naar voetnoot1094 1095[regelnummer] Of dus ellendich laten In dit wesen?Ga naar voetnoot1096 margrieta Beginnen niet, Gespeel, u aderen te rijsen?Ga naar voetnoot1097 Siet daer Ascagnes al gereet om u te wijsen De grepen op de luyt? Wilje dat ik eens bremGa naar voetnoot1099 1100[regelnummer] En wenck hem hier by ons? lucelle Och neen, och ia, roept hem. margrieta Ascagnes komt om hoog ter kamer van lucelle, Haar luyt is wat ontsnaart, ghy moetse wat verstellen.Ga naar voetnoot1102 lucelle Ascagnes sydy daar? Godt geef u goeden dach, Met al wat men een vrient ter weerelt wenschen mach. 1105[regelnummer] Het schijnt ghy syt beswaart met sorgen, die ick achte Dat van de liefste komt, die u misschien mach wachten. Waer sydy doch altijt, dat m'u soo luttel siet? ascagnes Vergeeftet my Iofvrou, 'kben so geluckich niet Dat yemant my bemint: oock heb ick niet verkooren.Ga naar voetnoot1109 1110[regelnummer] Want ick denck dat mijn lief noch niet en is gebooren.
[pagina 115]
lucelle by haar selven. Ach suldy jonge maacht soo stout wel sijn van sin, Dat ghy soo onbedocht verklaren soudt u minGa naar voetnoot1112 Een slecht man? een vreemdeling? een gants onbekende?Ga naar voetnoot1113 Ick moet. Ach! 't is gewelt, mijn raat is al ten ende.Ga naar voetnoot1114 Sy gaat by hem. 1115[regelnummer] Ist mooglijck Ascagne, dat ghy noch niet en vrijt, Daar ghy nu in de bloem van uwe ionckheyt zyt? Ghy die soo wel gheschickt en aardich weet te leven,Ga naar voetnoot1117 'Tis vreemt dat ghy u niet tot minnen kunt begevenGa naar voetnoot1118 Eenige groote Vrouw, of Jouffer van de Stadt,Ga naar voetnoot1119 1120[regelnummer] Die hier niet weynig zyn, waar saachdy, segt mijn, dat Hem eenigh Edelman soo koel oyt heeft gehouwen,Ga naar voetnoot1121 Dat hy, ghelijck als ghy, 'tgheselschap schouwt van Vrouwen?Ga naar voetnoot1122 Den Adel is voorwaar al heel van ander stof, Sy sijnder liever by, ghy sijtter liever of.Ga naar voetnoot1124 1125[regelnummer] Wie weet hoe dick dat sy versierde namen dichten,Ga naar voetnoot1125 Als van gebuur, gevaar, speelnootjes, en na-nichten?Ga naar voetnoot1126 Onder welck decksel dat de Hovelingen blyGa naar voetnoot1127 Gebruycken onbenijdt haar soete vrijery.Ga naar voetnoot1128 Ga naar margenoot+Maar ghy treckt niet ter hant als een deel muffe boecken,Ga naar voetnoot1129 1130[regelnummer] En wilt iuyst op een prick der dingen gront opsoecken. Laat voor de suffers grys het kibblen in schriftuur, En vollicht ghy den loop van d'edele natuur.
[pagina 116]
ascagnes Mijn vrouw, soo'ck immer kreech gedachte soo hoovaardichGa naar voetnoot1133 Dat het om minnen docht, ick achte my niet waardich 1135[regelnummer] Dat my van eenich vrouw yet goets souw mogen schien.Ga naar voetnoot1135 Maar dat het soo geviel dat ick het quam te sienGa naar voetnoot1136 Dat sy mijn ionst toedroech, het souw veel-licht geschiedenGa naar voetnoot1137 Dat ick wierde soo stout myn dienst haar an te bieden, Op hope of sy haar mocht komen eens te pas,Ga naar voetnoot1139 1140[regelnummer] In sulke saken daar sy wist des noodich was.Ga naar voetnoot1140 Doch 'tmeestendeel waarom ick't hebbe laten drijven,Ga naar voetnoot1141 Dat was uyt vreese dat verachtert soude blyvenGa naar voetnoot1142 Den handel van u Heer u Vader. Die den loop Der minnen wil voldoen, haalt niet veel over hoop.Ga naar voetnoot1144 1145[regelnummer] Want veel die reuckeloos haar het selfd onderwonden,Ga naar voetnoot1145 Die hebben sich int lest qualijck geloont gevonden. Daarom docht myn, Me-vrouw, 'tis beter stil gestaan, Als arbeyt te vergeefs met kleynen danck gedaan. lucelle De vergelding bestaat in 's gevers onderscheyden,Ga naar voetnoot1149 1150[regelnummer] Die merckelijcke let op 'spersoons waardicheyden.Ga naar voetnoot1150 Mijn dunckt het souw voorwaar wel zijn een lompe vrouw, Die u minlijcke ionst afslaan of weygren souw, En soo veel myn belangt, ick kender heden eenenGa naar voetnoot1153 Die om u liefde lang en bitter heeft gequenen.Ga naar voetnoot1154
[pagina 117]
ascagnes 1155[regelnummer] Boert vry, soo't u belieft. want ick ben te gering,Ga naar voetnoot1155 Dat yemant minnen sou dees arme iongeling. Genomen oft soo waar, soud'ick niet mogen weten,Ga naar voetnoot1157 Waar dat dees Jofvrou woont? of hoe sy is geheten? lucelle Ascagnes sydy dom? kendy de maget niet? 1160[regelnummer] Het is Lucelle selfs, de gene die ghy sietGa naar voetnoot1160 Ick bent helas! ick bent, ick bent die u beminne. Ick bent die't Nood-lot noyt gedoochden, dat mijn sinnen, Noch dat mijn weecke breyn in't minsten was beroert Met liefd of sinlijckheyt. maar ghy hebtse vervoertGa naar voetnoot1164 1165[regelnummer] Door u geswinde geest: en dat in sulcker voegen,Ga naar voetnoot1165 Dat ick u selve moet, hoewel met ongenoegen,Ga naar voetnoot1166 Verklaren al myn min en lieffelycke pyn,Ga naar voetnoot1167 Die voor myn eygen hart geswegen hoort te syn. ascagnes Mevrouwe, ick en weet te dencken noch bemoeden,Ga naar voetnoot1169 1170[regelnummer] Of ghy dit segt tot proef, of dat ghy't doet ten goeden.Ga naar voetnoot1170 Maar immers houd ick my dobbelt geluckich, ach!Ga naar voetnoot1171 Indien ick maar u slaaf eeuwelijck wesen mach. En denckt niet dat ick oyt belooning sal begeren, Den Hemel sy mijn tuych, voor wien ick u besweren,Ga naar voetnoot1174 1175[regelnummer] Ga naar margenoot+Dat ick my gants en al u eygen maack van nu,Ga naar voetnoot1175 Van nu tot in mijn doot, en voorts soo sweer ick u, Ist dat het blint geluck mijn quade kans wil keeren,Ga naar voetnoot1177
[pagina 118]
Of soo't my mid'len sendt om u na wensch te eeren, Ghy sult u dienaar sien ootmoedich en bereyt 1180[regelnummer] Tot u dienst, na mijn macht, niet na u waardicheyt,Ga naar voetnoot1180 Want die is my te groot. lucelle Lief u lust wel te spreken, 'Tis noodich, soo mijn dunckt, dat wy dit laten steken Tot morgen voor de noen op dese selfde tijt. Wy sullen voorts te saam wat praten wijt en sijdt.Ga naar voetnoot1184 1185[regelnummer] Vaart wel mijn lieve helft.Ga naar voetnoot1185 ascagnes Ghy ook mijn welbehagen.Ga naar voetnoot1186 lucelle Ach gaat, vertreckt mijn lief, Vader mach na u vragen.Ga naar voetnoot1187
Derde uytkomst int tweede bedrijf. De baron met zyn Lackay Pannetje-vet. O Vonnis al te hart! de afdanck is te straf, Die mijn van desen dach Lucelles vader gaf. pannetje-vet Wel hoe, mijn Heer! wel hoe? baron S'is niet gesint te trouwen.
[pagina 119]
pannetje-vet 1190[regelnummer] Dat is geseyt in duyts, ghy meugt u rust wel houwen. baron Het is wel waar dat ick haar selven noyt en sprack. Ick laat my duncken, dat ick mondling haar vertrackGa naar voetnoot1192 Een deeltjen van mijn leet en overgroote smarten, Dat haar het ander deel souw dapper gaan ter harten.Ga naar voetnoot1194 1195[regelnummer] Daarom ghy Pannevet loopt heen, siet datje raackt By Leckerbeetje stracx, en segt hem, dat hy maackt,Ga naar voetnoot1196 Dat ick gelegenheyt mach krijgen om Lucelle 'Tsy morgen of van daach veel saken te vertellen.
'tVierde uytkomen, tweede bedrijf pannetje-vet, Lecker-beetie. O Leckerbeetje hou, mijn groote kamer-raat!Ga naar voetnoot1199 1200[regelnummer] Waar loopt gy doch na toe, dat gy soo besich gaat? lecker-beetje Gy steurt myn met iou praat, en let mijn wel een roccheltje,Ga naar voetnoot1201 Ick stick schier an de fluym, wat brabbelt myn dit boccheltje?Ga naar voetnoot1202 Siet tegen wien ghy spreeckt, as ick mijn dingen doe,Ga naar voetnoot1203 Of as ick hoest oft fnies dan spreeck ick niemet toe.Ga naar voetnoot1204 1205[regelnummer] O dit wanschapen ding! wat is dit, lier gy dit van iou ouwers?Ga naar voetnoot1205 pannetje-vet Wat schort iou op myn bult? ick draachse op mijn schouwers,Ga naar voetnoot1206 S'is iou niet in de weech, of gy'er wat op schiet,Ga naar voetnoot1207
[pagina 120]
Daar ickse heb gekoft, daar krijchtmense wel om niet.Ga naar voetnoot1208 Maar dats al even eens, Leckerbeetje, nu dat overgeslagen,Ga naar voetnoot1209 1210[regelnummer] Mijn heer en meester de Baron die doet iou vragen Ga naar margenoot+Of gy geen middel weet te brengen an den dach, Waar door dat hy Mevrouw Lucelle spreken mach?Ga naar voetnoot1212 Soo gy hier in iou dienst gewillich wilt betoonen, Hy sal't u na u wensch en na u wil beloonen. lecker-beetje 1215[regelnummer] Ick houw van woorden niet, al synse noch soo schoon. Hoort hier eens Fyllebaart, voor mijn verdiende loonGa naar voetnoot1216 Soo sou iou meester myn, die doch soo wel kan hoven,Ga naar voetnoot1217 Het hovenierschap van zijn Koken moeten loven.Ga naar voetnoot1218 Want siet ick kan hovenieren by avont en by noen.Ga naar voetnoot1219 pannetje-vet 1220[regelnummer] Wy hebben over Disch geen Hovenier van doen. Vraacht na een ander staat, dits te kleyn en oneerlijck.Ga naar voetnoot1221 lecker-beetje Wel maackt iou Meester dan niet veel bancketten heerlijck, Noch waerdschappen, noch kostelijcke malen groot,Ga naar voetnoot1223 Daar hy den Adel en het Juffermarckt op noot?Ga naar voetnoot1224 1225[regelnummer] Schickt niemant dat daar 'thoort dat daar niet wert op gesproken?Ga naar voetnoot1225 pannetje-vet Gy wilt Hofmeester zijn en heerschip vande Koken.Ga naar voetnoot1226 Nu versta ick iou eerst. Wel Lecker, dat is recht
[pagina 121]
Een dingen dat iou past. Ick moet met dese knechtGa naar voetnoot1228 Wat alven, wat gecken, wat lacchen, boerten, iocken,Ga naar voetnoot1229 1230[regelnummer] 'tIs sulcken mallen bloet. O gy kock aller koeken, O komt hier voor den dach. Gy verstaat iou immers welGa naar voetnoot1231 Op de saussen van een saussys, of van een moye frickedel, Gefricasseert in de bruyne brande graaf mouweris,Ga naar voetnoot1233 Of op een snipie met zyn dreckie? also wel denck ick als Louweris,Ga naar voetnoot1234 1235[regelnummer] Op de vreemde Composten en sopies van de vossen dans?Ga naar voetnoot1235 Vande Almangie quapaart van een vette Gans?Ga naar voetnoot1236 Van de Struyven en Taarten, van galliaarde Spaenjen?Ga naar voetnoot1237 Van de sinckepas over 'tgebraen? van appelen van Oraenjen?Ga naar voetnoot1238 Van de Bergomaskes en de maskarades van een hoen?Ga naar voetnoot1239 1240[regelnummer] Van het droopen en de capriolen van een kappoen?Ga naar voetnoot1240 Van de bisarde grimassen van de Artisocken?Ga naar voetnoot1241 Van toekruyt, van gecoockte Salm, en Engelsche bocken?Ga naar voetnoot1242 Over de pasteyen, met sla, van quins parlement?Ga naar voetnoot1243 Ick gis datie de quaterbranckt lavagotte en peck in de ton wel kent.Ga naar voetnoot1244 lecker-beetje 1245[regelnummer] Ick kan geen van al die toerientayen, noch snorrepypen.Ga naar voetnoot1245 Waar haaljet al van daan? hoe kant iou verstant begrypen?Ga naar voetnoot1246
[pagina 122]
Ja wel gy bint een man als morch. vaar gy hebt een ysere hooft:Ga naar voetnoot1247 'Tis vreemt dattet Iupiter niet met zijn diamanten byl op klooft,Ga naar voetnoot1248 Voor seker souwer een Pallas van de koken uyt komen. 1250[regelnummer] Ja wel speciaal, gy hebt de kunst geweldich innenomen.Ga naar voetnoot1250 Gy moet met veel Heeren en Princen hebben verkeert. Niettemin ick ben in de koken oock geweldig gevexeert,Ga naar voetnoot1252 Entrouwen de 9. vrye kunste oock, wil ick seggen: als in lastrolagie,Ga naar voetnoot1253 Natimatica, ramatica, de gigromance, lusica, petorica, frobentomie.Ga naar voetnoot1254 1255[regelnummer] Maar insonderheyt sin ick baas uytgenomen in een stuck,Ga naar voetnoot1255 Dat is, ick weet de luy te seggen veel goeder geluck,Ga naar voetnoot1256 Ga naar margenoot+En wat avontuur dat sy sullen krygen in haar leven.Ga naar voetnoot1257 pannetje-vet Wel siet eens in de myn, ick sel een vaan ten besten geven,Ga naar voetnoot1258 En soo ick niet betaal, soo haalt de duyvel stracx.Ga naar voetnoot1259 lecker-beetje 1260[regelnummer] Wil ickje wat segge Pannetje-vet? ick ben niet goet bullebacx.Ga naar voetnoot1260 Ay staat wat van mijn of, de duyvel die mocht falen,Ga naar voetnoot1261 Hy sou mienen dat hy iou had, en hy sou mijn halen.Ga naar voetnoot1262 Daar houw ick mijn geck me, ick heb geen sin in die geck.Ga naar voetnoot1263 Maar om datje wilt vervullen mijn ellendig gebreck,Ga naar voetnoot1264 1265[regelnummer] Want siet mijn holle maagh en al mijn lege darmen
[pagina 123]
Die kryten in mijn buyck, dattet een mensch sou erbarmen. Vermits ick niet en heb genut, noch kouwe schaal, noch onbyt,Ga naar voetnoot1267 Noch brandemooris, extract, noch borstwater, noch taback, noch nietemit.Ga naar voetnoot1268 Komt geeftmen nou iou hant, op dat ick u seg te veuren, 1270[regelnummer] Op dat ick iou vertel, wat iou noch sel gebeuren. pannetje-vet Siet daar Leckerbeetje, en seght my 'tgoet en 'tquaat Dat mijn hangt over 'thooft, wat mijn te wachten staat, Praat mijn niet na de mont. lecker-beetje Ick sie hier in de strepen En vouwen van iou hant veel wonderlijcke grepen.Ga naar voetnoot1274 pannetje-vet 1275[regelnummer] Hoe stajy doch so lang? verteltmen hoe en wat. lecker-beetje Ten eersten sie ick, dat ghy hebt maar een moer ehadt, En de Vaars die gy hebt, die schynt datter so veel bennen,Ga naar voetnoot1277 Dat gy den een voor den ander qualijckt keunt bekennen.Ga naar voetnoot1278 Ist niet waar? pannetje-vet Spreeckt daar niet of, spreeckt van mijn. lecker-beetje 1280[regelnummer] Staat stil Pannetjevet. Hier staat in dese lijn, Dat gy een oolycke guyt bent, en wert dagelijx slimmer,Ga naar voetnoot1281
[pagina 124]
En dat gy een laccher bent op straat, en binnens huys een grimmer.Ga naar voetnoot1282 Ist niet waar? Hier blyckt dat gy altijt sondaechs iou gelt verpoyt,Ga naar voetnoot1283 En dat gy niet gaarn iou Roosen voor Verckens stroyt.Ga naar voetnoot1284 1285[regelnummer] Ist niet waar? Hier staat datje noch passelijck by 'tgehoor bint,Ga naar voetnoot1285 En datie wat murw en wat dick achter iou oor sint.Ga naar voetnoot1286 Hoe nou? staet stil. wat so. datsen vryer, soo dat is fraytjes,Ga naar voetnoot1287 Gy drinckt gaern Antwerps bier, gy eet gaern bestaytjes.Ga naar voetnoot1288 Gy hebt altoos snoepery in iou diessack, seg ist niet soo?Ga naar voetnoot1289 1290[regelnummer] Gy bent gaern op de Rederijckers kamer, en thuys benje noo.Ga naar voetnoot1290 Gy lecht gaern een blaetje, dat kan ick uyt iou duymen sien.Ga naar voetnoot1291 Aj Japickje, gaat van mijn hartje, of ick vijst een pruyme stien.Ga naar voetnoot1292 Ick sie, dat gy liever een vrouw in 'themt siet,Ga naar voetnoot1293 As een man in 'tharnas. ist niet waar? pannetje-vet Ick bent alleen niet. lecker-beetje 1295[regelnummer] Noch sie ick in de vouwen en kreucken van iou vingeren, Dat gy snachts gaern wat loopt byder Straten slingeren. Ist niet waar? en daar sie'ck in iou Borgoense kruys,Ga naar voetnoot1297 Dat gy met de ionge maats veel tijts loopt in't Olykoekxhuys. pannetje-vet Hy dat is al geschiet, gy meucht daar wel van swygen. 1300[regelnummer] Secht my wat avontuur dat ick hier noch sal krygen.
[pagina 125]
lecker-beetje Twee dingen ken ick iou noch toe te komen sien,Ga naar voetnoot1301 Dat is, iou sal een goet gelock, en een ongeval geschien. Ga naar margenoot+Want 'ten sy dat gy geen soberder leven wilt verkiesen,Ga naar voetnoot1303 Soo suldy haast iou neus tusschen iou wangen verliesen: 1305[regelnummer] En dat souw my van iouwent wegen dapper moeyen.Ga naar voetnoot1305 Siet iou wangen die sellen over iou neus heen groeyen, Soo gy dat brassen en bruysen en slempen niet en laat.Ga naar voetnoot1307 En nou Pannetjevet, wat dat het geluck angaat, Dat staat in jou eygen hant, kundyt maar wel beleggen,Ga naar voetnoot1309 1310[regelnummer] En vollich gy de wech die ick jou wel kan seggen. pannetje-vet Ay secht het myn doch knap, segt mijn de raat mijn vaar.Ga naar voetnoot1311 lecker-beetje Maar gy selt noch een koopman werden van veugels, of een veugelaarGa naar voetnoot1312 Doch gy moet u geen moeyten ontsien, noch an u niet laten gebreken, Gy moet iou hooft inden grooten hoenderkou steken,Ga naar voetnoot1314 1315[regelnummer] En roepen, wie wil mijn veugelen, wie wil mijn,Ga naar voetnoot1315 En soo gy iou selfs verkoopt, sel gy dan geen koopman sijn? pannetje-vet Dat iou de pocken haal met iou liegen.Ga naar voetnoot1317 lecker-beetje O lieve soetert, 'kben niet vervaart voor driegen.Ga naar voetnoot1318
[pagina 126]
pannetje-vet Hoort eens Leckerbeetjen hoort, laat ons dit overslaan,Ga naar voetnoot1319 1320[regelnummer] Wanneer en waar sal mijn Heer best by Lucelle gaen? lecker-beetje Maar nou van avont spaa dan sal sy gaan ter kercken,Ga naar voetnoot1321 Laat hyse nemen waar, niemant sal daar op mercken.Ga naar voetnoot1322 Hy kanse dan na wensch daar komen wel ter spraack.Ga naar voetnoot1323 Maar seght hem oock van mijn, dat ick mijn reeckning maack,Ga naar voetnoot1324 1325[regelnummer] Om heer en baas te zijn van zijn kelder en koken, Gelijck het in't verdrach te samen is besproken. pannetje-vet Ick sal dat seer wel doen, stelgy iou maar gerust. lecker-beetje Eeleman hout iou woort. Och, ick heb soo soeten lust.Ga naar voetnoot1328
De vijfde uytkoomst in het tweede deel. pannetje-vet en Baron. Lecker heeft mijn geseyt, dat sy sal gaan te prekenGa naar voetnoot1329 1330[regelnummer] Nu 'tavont, en dat ghy haar veylich daar meucht spreken,Ga naar voetnoot1330 In't in of uyt gaan. Na dattet komt te pas. baron Ja mijn Pannetjevet, ick wouwt al avont was.	voetnoot984 de mijnen: mijn smarten, moeiten. voetnoot987 snaker na: smacht ernaar. voetnoot989 statelijcke reen: plechtige woorden. margenoot+ D 3 r^o voetnoot991 an, noch of geseyt: aanvaard noch afgeslagen; doch dat: maar (waarop ik geseyt heb) dat. voetnoot993 dies: daarom; slaan ter handt: in (gunstige) overweging nemen. voetnoot994 Want hij enz.: want hij is van de voornaamste adel in het land (?). [tekstkritische noot]1020 in noch beter C noch in beter voetnoot1000 gereckelijck: gemak of gerief verschaffend; onthaal: verzorging. voetnoot1004 voldoende: voorkómende. voetnoot1005 schijn: staat, omstandigheden. voetnoot1010 niet eens na sien: volstrekt geen oog voor hebben. voetnoot1012 bet ... dagen: beter dan ooit in mijn leven. voetnoot1013 dencken: bedenken. voetnoot1014 Meerder eerbiedicheyt enz.: een groter betoon van eerbied, zoals ik u verschuldigd ben. voetnoot1017 in dit stuck:* hierin. voetnoot1019 Dies: daardoor. [tekstkritische noot]1027 Het lied, met opschrift, in romein, tweede regel van het opschrift cursief; Lof met sierletter L. Het komt ook voor in Het Daget uyt den Oosten (vs. 295-350) en in het Groot Lied-boeck: De Groote Bron der Minnen, blz. 44-45. - 1028 geswind C geswinde - 1030 ontfonge C ontfonghen D ontfongen E ontfinge - 1038 stal, in A B D ontbreekt de komma voetnoot- Uytkomen: toneel. Hier begint het tweede toneel van het tweede bedrijf. voetnoot- Spelinne: speelgenootje, vriendin. voetnoot1024 gelijck ghy selfs wel siet: blijkbaar geeft Lucelle hier aan Margriet een blad met het door haar geschreven lied. margenoot+ D 3 v^o voetnoot1027 Moeder vande Minne: Venus. voetnoot1028 schutterlijcke: boog en pijlen gebruikende. voetnoot1029 verneerde: nederige (mijn zinne verschilt weinig van ‘ik’). voetnoot1034 bymen: bij me. voetnoot1037 net besneden: fraai gevormd. voetnoot1038 schick: bouw; swier: bewegingen; stal: gestalte. [tekstkritische noot]1054 A op mercken - 1055 noch geen C nochte voetnoot1041 rang: mager. voetnoot1042 wel gheset: goed gevuld. voetnoot1045 gegraven: besloten, verborgen. voetnoot1047 reden: woorden, conversatie. voetnoot1048 met val en vlot: bevallig en vloeiend. voetnoot1049 verstandelheden: wijsheid. voetnoot1050 gekleynst: gezift. voetnoot1052 onderscheyt: onderscheidingsvermogen. voetnoot1056 Hem ontspringhen: ontsnappen aan zijn aandacht, zijn verstand te boven gaan. margenoot+ D 4 r^o voetnoot1057 doorluchtich: heldere (of: verheven, edele?). voetnoot1059 aardich: geestig. voetnoot1060 sinne: verstand. voetnoot1061 't ware sijn: de concrete werkelijkheid. voetnoot1064 maalt: schildert af. [tekstkritische noot]1070 van mijn B D E van my - 1072 A C E hebben punt achter verdrijf - 1077 C placht - 1079 Loshartich C los-hertich E lof-hartich - 1080 En 'tsienlijck B D En 'tsienelijck voetnoot1068 hoochdragend wesen: fiere aard (of: gelaat). voetnoot1069 versieren: verzinnen. voetnoot1070 wert van mijn: wordt door mij. voetnoot1073 Reden-rijcken: een gedicht maken. voetnoot1074 soeck in vele: tracht in veel opzichten (?). voetnoot1078 Het Goudt-Gemijnt: het goud, gedolven. voetnoot1079 Los-hartich: met een niet aan het materiële gehecht hart. margenoot+ D 4 v^o voetnoot1088 kloecke kunst:* gedegen bekwaamheid (in het ‘reden-rijcken’). [tekstkritische noot]1102 A punt ontbreekt - 1106 A punt ontbreekt - 1109 bemint B D bemin voetnoot1091 bekolt: betovert, behekst. (Ongeveer hetzelfde als wat met vs. 1093 wordt bedoeld). voetnoot1092 rolt en solt:* maakt dat ik heen en weer geslingerd word. voetnoot1094 Moogdy: kun je. voetnoot1096 wesen: toestand. voetnoot1097 rijsen: zwellen (of: kloppen). voetnoot1099 brem: kuch. voetnoot1102 verstellen: in orde brengen. voetnoot1109 niet verkooren:* nog geen keus gedaan. [tekstkritische noot]1117 leven, A leven. - 1125 dick dat sy C dick sy - versierde B D E vercierde - 1131 in schriftuur C E int schriftuer voetnoot1112 onbedocht: onbezonnen. voetnoot1113 slecht: eenvoudig van stand. voetnoot1114 't is gewelt: ik kan er niet tegenop. voetnoot1117 wel gheschickt: keurig; aardich: volgens je (goede) natuur (of misschien: elegant?). voetnoot1118 u niet tot ... begeven: niet ertoe kunt komen lief te hebben. voetnoot1119 Jouffer. voetnoot1121 Hem heeft gehouwen:* zich heeft gedragen. voetnoot1122 schouwt: schuwt. voetnoot1124 of: vandaan. voetnoot1125 dick: dikwijls; versierde: verzonnen; dichten: bedenken (of: voorwenden). voetnoot1126 gevaar: mede-doopheffer (vroeger een tamelijk vertrouwelijke betrekking); speelnootjes: speelkameraadjes; na-nichten: volle nichten. voetnoot1127 decksel:* dekmantel, voorwendsel. voetnoot1128 Gebruycken: genieten. margenoot+ E 1 r^o voetnoot1129 treckt niet ter hant: neemt niets ter hand; een deel: een hoop, aantal. [tekstkritische noot]1135 yet D yets - 1154 u liefde C liefde voetnoot1133 immer: ooit. voetnoot1135 schien: geschieden, ten deel vallen. voetnoot1136 dat: als; geviel: geschiedde. voetnoot1137 ionst: genegenheid; veel-licht: misschien. voetnoot1139 Op hope of: in de hoop dat (zwakker: voor het geval dat); sy: mijn dienst. voetnoot1140 des noodich was: (dat) daaraan behoefte was. voetnoot1141 laten drijven: op zijn beloop gelaten. voetnoot1142 verachtert blyven: benadeeld worden (of: achterop raken). voetnoot1144 haalt over hoop: maakt drukte, onderneemt dingen.(?) voetnoot1145 reuckeloos: roekeloos, ondoordacht; haar ... onderwonden: dit ondernamen. voetnoot1149 's gevers onderscheyden: het (belonende, vererende, boven anderen uittillende) onderscheid dat degene maakt, die wederliefde schenkt. voetnoot1150 merckelijcke: duidelijk merkbaar. voetnoot1153 belangt: aangaat. voetnoot1154 gequenen: gekwijnd. [tekstkritische noot]1161 ick bent, ick bent die E ic bent die - 1162 gedoochden B D gedoochde - 1170 ghy't doet B ghij doet voetnoot1155 Boert vry: maak gerust grapjes. voetnoot1157 Genomen oft: verondersteld dat het. voetnoot1160 selfs: zelf. voetnoot1164 sinlijckheyt: genegenheid; vervoert: meegesleept. voetnoot1165 in sulcker voegen: zo, zodanig. voetnoot1166 met ongenoegen: aarzelend, met tegenzin. voetnoot1167 lieffelycke pyn: minnesmart. voetnoot1169 bemoeden: vermoeden. voetnoot1170 tot proef: om mij op de proef te stellen; ten goeden: ten bate van mij. voetnoot1171 immers: in ieder geval. voetnoot1174 tuych: getuige. margenoot+ E 1 v^o voetnoot1175 u eygen: u onderdanig, toegewijd (niet uitgesloten is: uw eigendom). voetnoot1177 mijn quade kans keeren: een eind maken aan mijn tegenspoed. [tekstkritische noot]1183 de noen B die noen voetnoot1180 na (tweemaal): volgens. voetnoot1184 wijt en sijdt: uitvoerig, over allerlei onderwerpen. voetnoot1185 helft: wederhelft (maar veel inniger; zie de aant. op vs. 1883 en verg. vs. 2217). voetnoot1186 mach na u vragen: vraagt misschien naar u. voetnoot1187 afdanck: afwijzing; te straf: wel heel onbarmhartig. [tekstkritische noot]1202 brabbelt D drabbelt - 1204 niemet C niemant voetnoot1192 laat my duncken: verbeeld me; dat: als; vertrack: zou verhalen. voetnoot1194 dapper: krachtig, zeer. voetnoot1196 stracx: dadelijk; maackt: zorgt. voetnoot1199 hou: wacht, stop. voetnoot1201 let mijn een roccheltje: belet me, een fluim kwijt te raken. voetnoot1202 dit boccheltje:* zo'n bultenaar. voetnoot1203 mijn dingen doe: bezig ben. voetnoot1204 fnies: nies; niemet: niemand. voetnoot1205 lier: leer. voetnoot1206 schort jou op: heb je voor aanmerkingen op. voetnoot1207 weech: weg; of ... schiet: al schimp jij erop. voetnoot1208 Daar: daar waar, nl. bij de geboorte. voetnoot1209 dat ... eens: dat doet er helemaal niets toe; overgeslagen: daargelaten. margenoot+ E 2 r^o voetnoot1212 mach: kan. voetnoot1216 Fyllebaart: vernederlandsing van de naam Philibert tot een met fiel (ons fielt) beginnend scheldwoord. voetnoot1217 hoven:* feestmalen aanrechten (maar ook: feestvieren). voetnoot1218 Koken: keuken; loven: beloven. voetnoot1219 hovenieren: bedoeld als hoven, vs. 1217, maar het betekent ‘tuinieren’. voetnoot1221 staat: functie; oneerlijck: onaanzienlijk. voetnoot1223 waerdschappen: gastmalen; kostelijcke: weelderige. voetnoot1224 het Juffermarckt: de jongedames. voetnoot1225 Schickt: regelt; dat ... gesproken: zo dat er niets op te zeggen valt. voetnoot1226 heerschip: baas. voetnoot1228 dingen: ding; knecht:* jongen. voetnoot1229 alven: gekheid maken, de spot drijven (de volgende infinitieven zijn ongeveer synoniemen). voetnoot1231 komt hier voor den dach: toon nu wat je waard bent; verstaat jou wel op: hebt veel verstand van. voetnoot1233 Gefricasseert: gestoofd; brande graaf mouweris: naam van een dans (branle), evenals sommige van de volgende namen van niet bestaande gerechten. voetnoot1234 snipje met zyn dreckie: ‘snip met de ingewanden toebereid’ (WNT XIV kolom 2362); Louweris: Laurens (misschien een tijd- en stadgenoot). voetnoot1235 Composten: compotes; sopies: sausjes. voetnoot1236 Almangie: verbastering van allemande (naam van een dans); quapaart: kwajongen (-streek). voetnoot1237 galliaarde Spaenjen kan een verbastering van een dansnaam zijn: gaillarde d'Espagne. voetnoot1238 sinckepas: weer een dansnaam (cinq pas?), maar blijkens over enz. bedoeld als naam van een saus. voetnoot1239 Bergomaskes: dansnaam, maar die aan de naam van de bergamot-peer doet denken. voetnoot1240 droopen: bedruipen. voetnoot1241 bisarde: bizarre. voetnoot1242 boeken: bokking. voetnoot1243 quins parlement: Engelse dansnaam (misschien queen's parliament). voetnoot1244 quaterbranckt: ‘quatrebrande’ (Kn.); lavagotta: ‘la gavotte’ (Koll.); peck in de ton:* ‘de danswijze Peckington's pound’ (Kn.). voetnoot1245 kan: ken; toerientayen: ‘tierlantijntjes, rare dingen’ (Koll.). voetnoot1246 begrypen: omvatten. [tekstkritische noot]1253 lastrolagie E rotagie - 1259 in E ontbreekt de - duyvel in alle drukken: duyve voetnoot1247 als morch: geweldig knap; vaar: vriend, kerel. voetnoot1248 op: open. voetnoot1250 speciaal: goede vriend; innenomen: in je opgenomen. voetnoot1252 gevexeert: gekweld (foutief voor geverseert: ervaren). voetnoot1253 Entrouwen: waarachtig (voeg hierachter toe: in); lastrolagie: sterrenwichelarij. voetnoot1254 Natimatica: wiskunde; ramatica: spraakkunst; gigromance: zwarte kunst; lusica: muziek; petorica: welsprekendheid; frobentomie: anatomie? (Gissing van Knuttel.) voetnoot1255 sin ick baas uytgenomen: ben ik meester bij uitstek; in een stuck: op één punt, terrein. voetnoot1256 seggen ... geluck: toekomst voorspellen. margenoot+ E 2 v^o voetnoot1257 avontuur: lot. voetnoot1258 een vaan ten besten geven: tracteren op acht pinten bier. voetnoot1259 soo ... stracx: dan mag je dadelijk de duivel erbij halen. voetnoot1260 niet goet bullebacx: niet erg gesteld op de duivel. voetnoot1261 staat ... of: ga wat van me vandaan staan; falen: zich vergissen. voetnoot1262 mienen: menen. voetnoot1263 Daar ... me: daar wil ik niet mee te maken hebben. voetnoot1264 vervullen: voorzien in. [tekstkritische noot]1268 nietemit C E niet e mijt D nietemijt - 1278 qualijckt C D qualijck - keunt C kunt voetnoot1267 niet ... genut: niets naar binnen heb gekregen; kouwe schaal: zeker brijachtig gerecht. voetnoot1268 brandemooris: brandewijn (dient men te lezen: brandemoorisextract?); borstwater: ‘schertsende benaming voor zekeren (sterken) drank’, J.W. Muller, WNT III, eerste stuk kolom 623; nietemit: niet een mijt, niets. voetnoot1274 grepen: rare streken. voetnoot1277 Vaars: vaders. voetnoot1278 Dat ... bekennen: dat je ze nauwelijks van elkaar kunt onderscheiden. voetnoot1281 oolycke: nietswaardige; slimmer: erger. [tekstkritische noot]1292 Ay volgens 1890; alle drukken hebben An voetnoot1282 grimmer: knorrepot. voetnoot1283 verpoyt: verdrinkt. voetnoot1284 Roosen voor Verckens: paarlen voor de zwijnen. voetnoot1285 passelijck: tamelijk, redelijk. voetnoot1286 murw: halfgaar; dick ... oor sint: suf, dom bent. voetnoot1287 datsen vryer: zo doe je het goed. voetnoot1288 bestaytjes: pasteitjes. voetnoot1289 diessack: binnenzak. voetnoot1290 noo: niet graag. voetnoot1291 blaetje: kaartje. voetnoot1292 vijst... stien: ontlast me van een pruimepit (Kn. noemt de versregel een ‘Comische uitroep van schrik’). voetnoot1293 Ick sie enz.: een staande uitdrukking, zie WNT V kolom 2246: ‘'t Is een liefhebber der vrouwen.’ Ook b.v. bij J. van Paffenrode, Hopman Ulrich, vs. 300. voetnoot1297 Borgoense kruys: X-vormige figuur in de handpalm. [tekstkritische noot]1302 gelock E geluck - 1314 indien C in een - 1315 veugelen C vleugelen - 1317 haal E halen voetnoot1301 ken ... sien: kan ik zien dat je nog te wachten staan. margenoot+ E 3 r^o voetnoot1303 'ten sy - geen: zgn. dubbele ontkenning. voetnoot1305 moeyen: aan het hart gaan. voetnoot1307 bruysen: woest feestvieren. voetnoot1309 beleggen: overleggen, aanpakken (of: vasthouden?). voetnoot1311 knap: gauw. voetnoot1312 veugelaar: vogelkoopman (maar tegelijk: vrouwenloper). voetnoot1314 hoenderkou: kippenkooi. voetnoot1315 veugelen: beslapen. voetnoot1317 pocken: lues. voetnoot1318 driegen: dreigen. [tekstkritische noot]1321 A komma ontbreekt - 1332 De rolaanwijzing boven dit vs. ontbreekt in A B C D voetnoot1319 dit overslaan: hierover beraadslagen, of waarschijnlijker: hiervan afstappen (verg. vs. 1209 en WNT XI kolom 2009). voetnoot1321 spaa: laat. voetnoot1322 nemen waar: in het oog zien te krijgen. voetnoot1323 komen ... spraack: goed te spreken krijgen. voetnoot1324 mijn reeckning maack: erop reken. voetnoot1328 Eeleman: waarde heer. voetnoot1329 te preken: ter kerke. voetnoot1330 't avont: vanavond; meucht: kunt.

Vorige Volgende

Lucelle

Tweede bedrijf

Tweede uytkomenGa naar voetnoot-

Derde uytkomst int tweede bedrijf.

'tVierde uytkomen, tweede bedrijf

De vijfde uytkoomst in het tweede deel.

Over het gehele werk

organisaties

Over dit hoofdstuk/artikel

lied