Verspreid werk
(1986)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 211]
| |
Klinck-dichtaant.Also de Camers Prins heeft prysen opghesteecken,Ga naar voetnoot1
Voor het doorluchtigh volck, dat die rijm-konst bemint,Ga naar voetnoot2
Mijn danck-schuldigh gemoet werdt lichtelijck ghesint,Ga naar voetnoot3
Om toonen metter daet hoe ick sijn wetten reecken.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Misschien de swarte Nijdt sal my daer schand af spreecken,
En slaen naer haer gewoont mijn opset inde windt.Ga naar voetnoot6
Nutte berispers kloeck als ghy mijn feylen vindt,Ga naar voetnoot7
Verbetert, en scheldt heusch, denckt yder heeft ghebreecken.Ga naar voetnoot8
't Faelt my aen kunst ick kent, dan doch die beter weet,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Ick wilde dat dien Mensch niet seyde, maer het deedt,Ga naar voetnoot10
Vermits de wercken meest syn wetenschap bewysen.
Kunst-rijcke Broeder Prins ontfanght mijn slechte gunst,Ga naar voetnoot12
Mijn slechte Boertery by die verlichte kunst,Ga naar voetnoot13
't Mijns sy dan so het wil, het mach sijn selven prysen.Ga naar voetnoot14
|
|