Verspreid werk
(1986)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 212]
| |
[Maer waerom ben ick niet soo gheluckigh]
Maer waerom ben ick niet soo gheluckigh,Ga naar voetnoot1
Als ghy, ô Tortel-duyfjen kleen?
Die nummermeer u Gayken, druckigh,Ga naar voetnoot3
Verliest, dan door de dóódt alleen?
5[regelnummer]
Och waer de mijne de gaven gegeven,Ga naar voetnoot5
Van u liefs trouw en van sijn Min:Ga naar voetnoot6
Of had ick de staet maer van u leven,Ga naar voetnoot7
Met dat vernoeghen in mijn sin.Ga naar voetnoot8
Och waerom werd ick met mijn Margariete,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Niet met de selfde snoer gheleytGa naar voetnoot10
Als ghy? die veyligh mooght genieten,
Den Hemel van sijn lieflijckheyt.Ga naar voetnoot12
Of moet het Vee in redelijckheden,Ga naar voetnoot13
Den Edelen Mensch te boven gaen?
15[regelnummer]
Wy die betytelt sijn met reden,Ga naar voetnoot15
Die moeten van haer een les verstaen.Ga naar voetnoot16
|
|