Oost- en West-Indische Warande
(1694)–Jac. Bontius– AuteursrechtvrijVervattende aldaar de leef- en genees-konst. Met een verhaal van de speceryen, boom- en aard-gewassen, dieren &c. in Oost- en West Indien voorvallende
[pagina 217]
| |
de Spijs-loop komt &c. Soo de Darmen van scherpe sappen geknaegt werden heeft men een Ulcus Dysentericum; alsoo brenght de knaginge in den Aers-darm een Inflammatie en rottinge, dat de Portugijsen Bicho noemen. De scherpigheydt van heete en koude Vruchten brengen het Borst voort ende veele kolijcken. Van deser alle sijn de naeste en onmiddelijcke oorsacken de belette Transpiratien ofte Obstructien niet; maer eer der selver, die men Diarchaea ende Buyck-vloed noemt. Een enckele Diarchaea wert ofte door de konst ofte van sich selven licht ende haestig genesen; anders wert die tot een erger Buyck-vloedt gebraght. Die uyt een koude oorsaeck zijn beginsel sorteert, noemt men een witte Buyck-loop sonder koorts, te weten als daer een rauwe ende slijmige vocht geduyrigh afgaet, ende de Patient sonder eenige pijne merckelijck verswacken doet. Dese siet geen ouderdom aen, ende komt meer in de Winter dan in de Somer, geduurende eenige maenden, ja wel langer dan een jaer. Zy is sonder koorts minder doodelijck dan andere. Doctor: Hoe maeckt men het aldaer in dese rouwe vloeden met de genesinge? Magister. Men gebruyckt eerst abstergeerde Klysteren, daer voornamentlijck wilden Honigh in komt. Onderwijlen preporeert men het lichaem met diergelijcke Syropen. Vorders neemt men sijn toevlucht tot de wortels Ipecacuanha gelijck als tot het laetste ancker, sijnde geen dingh beter ende veyliger soo in | |
[pagina 218]
| |
dese als in andere Buyck-vloeden. Want behalven dat het alle slijm uyt de Darmen haelt, so werckt het somtijds door braecken en laet een astringerentheyt na sich. Men koockt dan twee dragmen van de wortel Ipecacuantha in vier oncen Wijn, of men laetse een nacht weycken, welcker infusie men dan met afsonderen onse Oxymel in geeft; daegs daer aen hervat men een ende andermael dese Decoctie, na dat de saeck geschapen is, soo om dat de swacke het lichtelijck verdragen, als om dat de selve met zijn te samen treckende kracht krachtiger schijne. Voorts de Nuces Pinhonis (welcke het gemeene Volck soo seer niet gebruyckt, als misbruyckt) wijle die heftigh van boven ende onderen uytlossen, soo sy na de regel werden ingegeven, doen seer veel dienst. Neemt dan ses ofte seven Noten, de binnenste en buytenste bast daer af doende, stoot die als Amandelen tot een emulsie, doende daer een weynigh Suycker by ende een dragme of anderhalf Sene-bladen, een half dragme Anijs saed, alle tot Poeder gestooten, ende maeckt daer balletjes af die men in den Oven droogt. Alsoo wijcken oock de Nuces Anda, welckers pitten sachter wercken als de Pinhonis sonder preparatie, de voorschrevene niet. Dan gebruyckt men eenige droppelen Oleum de Copaiba met wat Suycker gesmolten met een versch Ey, of men schiet het in met een Klysteer. Doctor. Maer men heeft juyst alle dese middelen niet by der hand, wat raed dan? Magister. Dan gebruyckt men in des selfs plaet- | |
[pagina 219]
| |
se de Mechoacanaa, of een hand vol Americaense Ricinus saed in Brandewijn geweyckt, welckers laetste sterck werckt. Geen weynig deugt doet mede een Decoctie van het hout Cacaranda en Sassaphras dat daer groeyt. Doctor. Wat laet men haer voor een di-eet houden? Magister. Men geeft haer sop van Hoender-vleis, met wat Speceryen daer by en een Doir van een Ey, ende voornamelijck doet men daer Aard-saffraen by genoemt Urucu, die in Tinctuur ende krachten de andere Saffraen niet behoeft te wijcken. Men leght oock een Pleyster op de Navel des Buycks van Gummi Icicariiba, balsem de Cabureiba ende Copaiba, of men maeckt die uyt een paste van Tipioca, Wijn van Acaju, pulpe van de Pruymen Araca, de bloem Nhambu ende twee Doyren van Eyren. Hier by gebruyckt men liever gebraden voedsels dan vochtige ofte gebacken, dickwijls etende ende weynigh. Men laet hem Wijn maer geen Water drincken, in welcke men eenige droppelen Olye van Arangien menght, voornamentlijck dan, wanneer daer Buyck-pijnen by sijn gelijck als een Kolijck. Als mede de nesten van de Wespen (by de Spanjaers Mariposas genoemt) in Wijn ingenomen, stilt de selve sagjes. Dit doet oock geluckigh het Horba Casto ofte Mimosa in Azijn gefruit. Soo het de noodsaeckelijckheyt vereist om grooter versterckende middelen te gebruycken die met eenen astringeren, soo gebruyckt men de topjes van de vrucht Bacoba | |
[pagina 220]
| |
of Banana half geroost of gedrooght met Roodewijn, of Wijn van Acaju ende d' onrijpen Appel van Janipaba. Alle d' Inwoonders geven met goed succes de gebrande Schulp van Revier Schild-padden met witte Zee koral in. Oock doet sulcks de Geyte Lever gebrand ende na de konst ingegeven, als mede de vermaerde Kastanien van den Brasiliaensen Cederboom. |
|