Van de Thamarinden.
't Gene Garcias ab Orta, seght dat de bladeren kleyn van den anderen gekorven zijn, is waer; want in fatsoen ende groenheyt zijn die de rams-vitsen seer gelijck. Mede is waer 't geene hy seyt; dat de bladeren van Thamarinden goet zijn tegen alle ontsteeckingen ende de Roos, dewijle de selvige t'samentreckende, dapper verdroogende ende kout zijn, ende sy smaecken even als de Suyringh; waer door sy dapper dienstigh zijn tot de Roo-loop, ende tot de Boors. Hoe men vorders dranck maken, die by ons dagelijcks in 't gebruyck is, uyt Thamarinden, Suycker, ende Cytroenen, is voor desen, in onse Oost-Indische Leef-konst, in de derde t'samen-sprake geseyt. Doch de af-conterfeytinge van den Thamarind-boom sal men kunnen sien inde beschrijvinge van mijne vremde gewassen.