Van de Myrobalanen.
Ick hebbe hier in Java menighmael sien wassen de Myrobalanen, die men in Europa in de Apotekers winckels, Emblici, ende Bellirici noemt: ende behalven de gewoonlijcke soorten van Myrobalanen, hebbe ick 'er hier mede sien wassen, die tot noch toe aen de onse onbekent geweest zijn; dewelcke gantsch ront van fatsoen, ende sonder groeven of klooven, heel glad ende effen zijn, vorders zijn sy van stam, van bladeren, ende van smaeck de andere Myrobalanen gelijck, behalven dat sy van die purgerende kracht der andere Myrobalanen niet mede en deelen, waer uyt blijckt dat die uyt-steeckende t'samen-treckende kracht die men in de smaeck der selviger boven de andere gewaer wort, niet te vergeefs en is. Dese Myrobalanen geconfijt zijnde, werden by ons