Oost- en West-Indische Warande

Vervattende aldaar de leef- en genees-konst. Met een verhaal van de speceryen, boom- en aard-gewassen, dieren &c. in Oost- en West Indien voorvallende

Van den Indiaenschen Noot, die de Portugijsen Cocques-Noten noemen.

Karolus Klusius, in sijne aenteyckeningen verhaelt: Dat de Indianen op de bladeren van desen Palm-boom hare Letteren plachten te schrijven: Ja dat de waerheyt naeder komt, sy snyden de letteren op de langhachtige bladeren met een stijler ofre verstaeelde griffie, ende sulcks doen sy soo konstelijcken, dat sy den allerbesten Schrijver onder de onse ongeloovelijcken verre te boven gaen, ende de Indianen weten hare Characters (doch sy gebruycken Arabische) soo curieus ende sinnelijcken op dese bladeren te drucken, dat ick somwijlen op die van ons Europa, ende insonderheyt op onse Natie vergramt wert, dat sy bykans haer nergens over en verwonderen, dan over het hare, ende dese Volckeren Barbarische noemen, daer sy nochtans veel klaerder ende duydelijcker met weynigh Characters, even gelijck

[p. 147]

eertijds de Lacones plachten, den sin hares gemoets weten uyt te drucken, dan de onse door lange om-wegen van redenen, ende een hoop onprofijtige woorden. Daer benevens hoewel de Koningen in Java een tyrannisch gebiet schijnen te hebben, nochtans voeren sy sulcks met politie, volgens den aert hares volcks, alsoo dat yemant die niet heel dick-huydigh en is, of wiens breyn niet bespeckt en is, hier haest soude kunnen leeren, dat hier, het wel gebieden der Koningen, ende het beter gehoorsamen der onderdanen, den kortsten ende bondigsten wegh der politie is.