Tweede Delfs Cupidoos schighje
(1656)–Arnold Bon– Auteursrechtvrij
[pagina 203]
| |
Vois Komt mijn Flora.
WAarom Flickert nu de bleecke Maan?
Daar soo veel Sterren aan den Hemel staan,
Men soekt haar niet daar Min te samen smelt,
Maar 't Floncker licht, vant Bruydjes Hel' gesigt,
Een Bruygoms soet gewelt.
2.
Wech dan Fackels, wyl u glans verdooft,
Als Venus ware Min te Zamen stooft,
De wackere uyrtjes waken om de Coets,
Gespeeltjes com, Ey springt noch eensjes om,
En jont haar alles goets.
| |
[pagina 204]
| |
3.
Wat te dingen 't schynt zy staen verset,
En Oogen staag naa 't Cierlyck Bruylofts Bedt,
Ey soete Schaapies al dit net getoy,
Van Lauwerier,, verstreckt hier niet een sier,
By't Egt elycke Moy.
A.Bon. |
|