Tweede Delfs Cupidoos schighje(1656)–Arnold Bon– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 166] [p. 166] [pagina 167] [p. 167] [Noyt heeft Agenors soon] De daet van Phaeton: 1. NOyt heeft Agenors Soon, De lastighe geboon Hem opgeleyt, soo vierighlijck volbracht; Als ick o Laura op uw woorden acht: Wanneer u fort gesicht, Door't minste lonckje my heeft onderricht Van uw begeer, stracks ga ick slaven Voor uw Majesteyt: In alle dienstbaerheyt. [pagina 168] [p. 168] 2. Noyt heeft volmaeckste vrouw, Hem Cadmus soo getrouw: Int' wout betoont op't rijtende gewelt: Van't Monster dat zijn mackers had gevelt, Om van dien helschen draeck: Of self te sterven of te nemen wraeck: Als ic voor u sak t'allen tijden, Sonder vrees of nood, My geven in de doodt. 3. De doot by yder een, Al schricklijck in't gemeen, Omhels ick oock met d'aldersmeeste lust, Waer meed' oyt minnaer heeft zijn lief gekust: Soo ghy o Herderin, My niet wilt toonen uwe wedermin, Uw dienaer sterft, en maeckt een ende [pagina 169] [p. 169] Voor uw majesteyt: Van zijne dienstbaerheyt. FINIS. Vorige Volgende