Lekenspiegel
(2003)–Jan van Boendale– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 108]
| |
100 De betekenis van de Kerk en van de priesterlijke gewadenDe betekenis van de Kerk waarover leken graag horen vertellen, zal ik u nu kort verklaren. De Kerk is in feite een verzameling van deugdzame mensen, een gebedshuis óf een plaats van waarachtige vrede waar men over niets anders kan spreken dan voortdurend tot God bidden om vergeving van zonden. Deze punten zal ik achtereenvolgens aan de orde stellen. Bij de deur van de kerk kan men de ware gelovige herkennen, want wie de deur van de kerk passeert, leidt het geloof wis en waarachtig tot kennis van God en van Diens liefde. Zonder geloof vermogen we immers niets goeds tot stand te brengen. Gregorius de Grote beweert dat geloof zonder arbeid geen pas geeft. Het is als geloven in de duivel. Dat helpt de mens geen zier want diens geloof is zonder arbeid. Daarom stelt dit niets voor. De twee muren symboliseren de twee soorten mensen: de joden en de heidenen. De vele stenen waaruit het gebouw is opgetrokken, duiden op het gemeenschappelijke volk van het heilige christendom, dat in liefde en vrede samen zal komen, net zoals de stenen daar op elkaar liggen. De hoge, spitse toren wijst ons naar onze erfenis hierboven waar de engelen God loven. Daarop moeten wij steeds zo goed mogelijk gespitst zijn met ons verstand en met ons hart. Het kruis duidt op de sleutel zelf die de hemel voor ons opende dankzij Christus' dood. Met de pilaren in de kerk worden de apostelen bedoeld die standvastig waren in het geloof en er zelfs voor wilden sterven. Ze symboliseren ook de prelaten van de christenheid die door middel van lering en deugdzaam leven het volk een navolgenswaardig voorbeeld zouden moeten geven. Daardoor zouden de mensen beter worden en lijf en goed inzetten voor de Kerk. | |
[pagina 109]
| |
Daartoe zijn de prelaten te allen tijde gebonden. Anders zouden ze eerder Pilatussen dan prelaten genoemd moeten worden. De glazen vensters waar de zon doorheen schijnt zodat de kerk vanbinnen verlicht wordt, duiden op de Heilige Schrift die het verstand verlicht. De klok verwijst naar de predikers die Gods woord openbaren: zoals klokken oprechte gelovigen samenroepen, zo roepen de predikers de zondaren op tot het geloof. De doopvont verwijst naar de rivier de Jordaan. Want zoals Christus in de Jordaan gedoopt werd, zo doopt men mensen in de doopvont opdat ze dankzij de passie van Christus gereinigd worden van de erfzonde. De vier hoeken van het altaar duiden op de vier armen van het kruis. De priester die de mis opdraagt, symboliseert Christus aan het kruis. Het witte linnen kleed dat de priester over zijn kleren draagt, wijst erop dat elke priester oprecht kuis moet zijn. De mooie, witte doek, amict genoemd, wijst naar de doek die men God voor de ogen bond toen de joden vroegen: - ‘Vertel ons. Wie van ons heeft Jou geslagen?’ De albe, het lange witte kleed dat tot op de grond valt, verwijst naar de purperen mantel die de joden Christus omhingen toen ze Hem 's nachts in het aangezicht spuugden en Hem bespotten, met de kreet: - ‘Ik groet U, koning der joden!’ Eeuwig moet Hij geloofd worden. De gordel slaat op het koord waarmee men Christus aan de pilaar stijf en stevig vastbond en zijn lichaam van top tot teen meedogenloos geselde. Nooit leed iemand heviger pijn. De lange stola die tot op de voeten van de priester reikt, symboliseert de pilaar waaraan Christus vastgebonden was en waar Hij omwille van onze zonden vele wonden ontving door de vaste knopen. | |
[pagina 110]
| |
De manipel die aan de linkerpols van de priester hangt, slaat op het koord waarmee de handen van Christus gebonden waren Die zelf heel de wereld kan bevrijden of vernietigen op één dag. Het kazuifel dat de priester daaroverheen aantrekt, betekent de naastenliefde die elke priester in zo volmaakt mogelijke vorm moet bezitten, dat hij andere mensen overtreft in deugden, net zoals dit gewaad over de andere kleren heen gaat. Naastenliefde is immers de moeder van alle deugden. De kelk verwijst naar het graf waarin Christus twee nachten en een dag begraven lag. Daarom consacreert men in de kelk het bloed van Christus. De pateen die op de kelk gelegd wordt, betekent naar waarheid de ontzettend grote steen waarmee men het graf afsloot. Die steen symboliseert Christus' verrijzenis. Het corporale of witte linnen kelkdoekje duidt op de zweetdoek waarin men Gods gezegende lichaam wond en in het graf legde vanwege zijn sterfelijke, menselijke natuur. De wijn en het water die de priester in de kelk giet duiden op het water en bloed dat uit Christus' zijdewonde stroomde. De wijn staat voor zijn goddelijkheid, het water voor zijn menselijkheid. Beide werden verenigd, net als wijn en water. De piscinaaant. duidt op echte zuiverheid, want in dat bassin zal men niets wassen wat onder de vlekken zit. Zoals u nu gehoord hebt, zit de mis in elkaar. De mis is eigenlijk niets anders dan het herdenken van de heilige passie van Onze Heer. |
|