Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 216] [p. 216] Aan Celestyne, Een Vryster. BEhalven dat ik u de naam geef van mijn Hart, Mijn Siel, mijn Tortel-duyf, mijn Wellust, mijn Voogdesse, Mijn Son, mijn Hooningbie, mijn aangename smart, Mijn uitverkooren Lief, mijn Engel, mijn Meestresse, En duisend naamtjes meer, soo noem ik u doch ook Mijn Vrijster, met een naam, die alles gaat te booven. 'k Noem u mijn Vryster dan, of, om dat ik u strook, En gy mijn Vryers Hart met Liefde weet te stooven; Of ook om dat gy sijt een Vrye-Ster, wiens licht Mijn borst doortintelt, en in vry heid schept behaagen. Of ook, om dat gy sijt een Vry-Ster, wiens gesicht Tot vryen aanmaant, als een Morgen-Ster in 't daagen. [pagina 217] [p. 217] Het sy, hoe 't sy, uw Ster die vry staat voor gevry, Maakt my in Slaafse dienst als on vry, want ik ly'er Onlijdbre smert om, so gy uyt die Slaverny My vry spreekt, so ben ik mijn Vry-Sters rechter Vryer. Op het Minnen. HEt valt een Jongman swaar geen Juffer te beminnen, Noch swaarder als men mint een Maagd met hart en sinnen, Het alderswaarste is een Vryster wel te minnen, En haar door Trowheid niet te kunnen overwinnen. Vorige Volgende