Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 188] [p. 188] Op sijn Geneegentheyd. Wys; Trikarville. 1. CElestyn mijn Uytverkooren, Celestyn mijn Siel en Hart, Och! wat voel ik minne-glooren, In mijn boesem die my smart. Ik verslijt mijn tijd in klaagen, Traantjes al mijn voedsel sijn. Al mijn wensch is in mijn daagen Om de schoone Celestyn. 2. Schoon ik sie den hoogen Heemel, Schoon ik sie de vruchtb're aard, Al dat weerelds oog-geweemel Acht ik weinig, ja onwaard, Nu ik Schoonste U moet derven Uw gesicht, de Son gelijk, Maakt my leevend by het sterven, En mijn droef heid neemt de wijk. 3. Maar gy laat my heel verslaagen, My, die u so needrig eer, En segt, lachchend met mijn klaagen, Fidamant mint my te seer. Soud' ik van uw duysend deugde' En uw schoonheid weesen schuw? Neen, ik seg u sonder vreugde, Celestyn de schuld is d'uw. Vorige Volgende