Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 180] [p. 180] Op sijn yverige Min. Wys; Sulamite. 1. CElestyne, mijn Engel, Met wien ik hoop dat Liefde my vermengel, En als Gemaal haast strengel; Ik let verlieft op uwe wil en wenkken; Gy kunt niet anders denkken, Noch anders vinne, Als dat ik in mijn sinne CELESTYNE, CELESTYNE, CELESTYNE, U beminne. 2. Ik beklaag niet mijn lijden; Ik weet het noodgeheym heeft sulke tijden Bestemt aan al die vrijden. Komt open Lief mijn Hart vry met een deegen, Daar sult gy vol beweegen, Die ik besinde, Rontom geschreeven vinde; CELESTYNE, CELESTYNE, CELESTYNE, Mijn Beminde. [pagina 181] [p. 181] 3. Schoone Parel der Maagde, Sag u Apol, gewis hy u belaagde, Als Dafne: hoe behaagde Uw Beeld my dus? dat ik niet scheen te leeven, Eer ik u had gegeeven Mijn Hart en Sinne, En wees dat ik van binne CELESTYNE, CELESTYNE, CELESTYNE, U beminne. 4. Uwe deugden en gaave', So ongemeen in uw gemoed begraave', My maakten tot uw Slaave. Mag ik slechts lust en weedermin verwerven So wil ik willig sterven: Want gy sult vinne', Dat ik met Hart en sinne CELESTYNE, CELESTYNE, CELESTYNE, U beminne. Vorige Volgende