Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 178] [p. 178] Op haar Oogen. Wys; Sisône. 1. O Schoone Sonnen van mijn Lief, Die gestaadig straalen schiet, Segt waarom vind mijn minne-grief Geen uitkomst in verdriet, Ik gevoel uw Licht te wil, Swaare smarten, die de spil Van min draait, nimmer stil. 2. O schoone Sonnen, die dit rond So helder schijnsel send, De glans van Phoebus kreeg een wond, So dra gy wierd bekend, Seg my doch waarom uw brand So verwoed uw Fidamant In 't arme hartje brand? 3. De weereld op niet beters roemt, Als op die twee saffiers. Geen Diamant-straal word genoemt, By die, vol schittrend viers. Maar helaas, dat gy, so swart, Sijt gelijk als git so hard, Dat baart mijn Sieltje smart. [pagina 179] [p. 179] 4. O flonkkrend oogjes fengt mijn siel, Niet meer met uwe vlam, So die in sulk een graf-stee viel, Waar of die endlijk quam? Diamanten, Sonnen, en Starren segt, wat wint gy wen Ik schoon gesturven ben? 5. Lief Celestyne red my uyt Die lieve Ooge-straf, Of schrijf wanneer mijn leeven sluyt Dit rijmtjen op mijn graf: Die hier rust heet Fidamant Door twee Sonnen aangerant, En heel in 't hart verbrand. Vorige Volgende