Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne

(1663)–Joan Blasius– rechtenstatus



[pagina 174]
Vreugde-Sang. Wys; La Reyne du Prez. 1. NU mijn Celestyne Noch aan d'Amstel leeft, En na duisend pijne My haar weer-min geeft, Is mijn Hoop in 't bloeyen En de Minne-Moeder lacht, Titans morgen-straalen groeyen, En sijn konst verdrijft de nacht. bis. 2. 't Noodlot is aan 't wenden, En mijn quaal heeft uyt. Traantjes die so renden Worden nu gestuyt; Siel, en Hart, en Sinnen, Sijn nu door de tijd gestilt, Nu ik Celestyn mag minnen, Want sy en den Heemel wilt. bis. 3. Ey verschoon my Schoone, Viel ik u te hart, Om uw min te toone': Ik wierd door de smart
[pagina 175]
Van het minne-schichje, Dat ik droeg so aangeport, En gejaagt van Paphos wichje, Die in 't vrijen Raadsman word. bis. 4. Nu roem ik Beminde Uw afkeerigheid, Dat gy in de blinde Hebt geen knoop geleyt. Sulk een Trow met sinne, Als de onse weeder-zijd, Groeit door Min en Weeder-minne, En verduurt de tijd en nijd. bis.