Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne

(1663)–Joan Blasius– rechtenstatus



[pagina 172]
Mistroostigheyd. Wys; Repicavan. 1. GRoote Gooden! Hoe treft het Minnewicht My on-meedoogend met sijn minne-schicht! My on-meedoogend met sijn minne-schicht! Moet ik dan steeds mijn daagen In klaagen En soet verlangen so verslijten doen? En soet verlangen, En soet verlangen, So verslijten doen? 2. Ik moet sterven So ik geen middel vin Door de belooning van uw weedermin, Door de belooning van uw weedermin. O lieve Nymf, mijn aaren Verklaaren Hoe groote liefde ik uw schoonheid draag. Hoe groote liefde, Hoe groote liefde, Ik uw schoonheid draag.
[pagina 173]
3. Sietse swellen Door een stantvaste vlam, Die uit uw oogjes in mijn boesem quam, Die uit uw oog jes in mijn boesem quam. Mijn hartje draagt veel wonde', O Blonde, Die ik door diensten om uw deugden kreeg. Die ik door diensten, Die ik door diensten, Om uw deugden kreeg. 4. Niet behaagt my, Nu ik uw weermin mis, Dan eensaamheid die in de nachten is, Dan eensaamheid die in de nachten is. Mijn leevens dag sal enden, En wenden So Celestyne gy geen liefde toont. So Celestyne So Celestyne Gy geen liefde toont.