Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne

[p. 154]

N. Of of, of an.

Wys; Nadien uw Godlijkheyd.

NAdien ik Celestyn.

Door bange smart

In 't hart,

En gadeloose pijn
U heb so lang gestreelt,

En gekoost,

Dat gy bloost,

Blijft gy noch al vereelt?

Voor mijn bedroefde staat

Daar u geweld

My stelt

Weet ik geen beeter raad,
Als dat gy my eens kust;

Al mijn pijn

Celestyn

Raakt door een kus in rust.

Of so gy niet en wilt

My met een soen

Voldoen

So word mijn klacht verspilt.

[p. 155]

 

Noch kander iets geschiên,

 

En dat is

 

Dat ik wis

 

U mag gestadig sien.

Verkies nu vry 't is tijd,

So gy my kust,

En blust,

So raakt gy my heel quijt.
Kus gy my niet, so sal

Ik bespien,

En u sien

Altijd en overal.