Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne
(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij
[pagina 151]
| |
[pagina 152]
| |
2.
Daar vliegt mijn aasem op ten Heemel.
Daar leyt mijn lichaam dood.
Schrikt gy niet,
Nu gy siet,
Mijn verdriet?
O Maagd als Loot!
Harder als harde steen of staal!
Wilt gy dat Ik weer leef?
Kom dan geef,
Eer ik sneef
Niet als kusjes tot vertroosting in mijn quaal.
3.
Acht gy uw kusjes my niet waardig,
So gun my enkkel maar,
Dat ik raak,
Met vermaak,
Uwe kaak
Daar 't Purpur waar.
Guntge my dan die gunst noch niet,
Gun dan slechts, dat ik mag,
Al den dag,
Het gelach
Van uw Mondje sien so soet als Hooning-riet.
| |
[pagina 153]
| |
4.
Indien gy my dit komt te gunnen,
So roem ik u noch al,
En verplicht,
Mijn Gesicht
Aan het licht
Van uw geval.
Heemel, dat een so veel vermag!
Ik dacht noyt Celestyn,
Dat mijn pijn
So sow sijn.
Maar ik voel nu dat ik nimmer aan u sag.
|
|