Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 132] [p. 132] Op sijne min en haare on-min. Wys; Ik smelt in traanen Leonoor. 1. GElijk een Bloemtje dat noch hangt En door de heete Son is opgedroogt, verlangt Na reegenachtig weer, En dat'er morgen-dou viel van den Heemel neer. 2. So is het met mijn Hart en Siel, Sint dat u mijn gemoed door min te beurte viel, Sint ben ik opgedroogt Door 't straalen van uw Oog, daar Maas en Y op boogt. 3. Nu wacht ik na de stroomen van Uw vochte Lipjes, die ik niet genaakken kan. Och dat die Mondjes dow Mijn hart besproeyen en mijn vlammen blussen wow. 4. Helaas mijn klachten sijn om niet, Uw wreedheyd lacht met my, en spot met het verdriet, Van uwen Fidamant, Die als een AEtna om sijn Celestyne brand [pagina 133] [p. 133] 5. Maar och! hoe ongelijkke schicht Heeft ons getroffen. Ik sie met mijn flaaw gesicht Na u mijn Noord-star, en Ik volg u onvermoeyt, nu ik vol smerten ben. 6. Gy haat en vlucht uw Fidamant, En laat niet over als uw voedsteen in het sand: Uw woord is als de wind, Voor my, die gy besiet als vyand, niet als vrind. 7. Wanneer het dan soo weesen moet, Dat ik geen troost en win voor mijn verlieft gemoed, So sterf ik in mijn smart, En schenk u na mijn dood mijn dood-gepijnigt Hart. Vorige Volgende