Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 134] [p. 134] K. Voor haar Braseletten. Wys; 1. 2. 3. Kers-nacht. 1. O Waarde gift, ô Minne-panden! O kostelijkke Muskus-banden! O teekkens van mijn slaverny! Hoe word ik dus op 't onversienste Beloont voor al mijn Minne-dienste En al mijn quaalen die ik ly? 2. De Braseletten moet ik eeren Die ik verkrijg op mijn begeeren Van Celestyn, mijn siel en sin. Hoe pronkken nu mijn beyde Ermen, Daar ik tot loon van al mijn kermen Draag Braseletten van de min. 3. Maar lieven Engel Celestyne Ik dacht uw goedheyd quam verschijne Toen ik ontfong die milde gaaf. Maar Gooden, wat betooveringen! Toen gy Meestres my quaamt te dwingen Met felle banden wierd ik Slaaf. [pagina 135] [p. 135] 4. Toen gy die om mijn armen strikte, Gy na mijn armen niet en mikte, Maar na de band van mijne Siel. Ik reykte d'armen; maar ô Heemel Door al haar Hand en Band-geweemel Mijn Hart na haar ook overviel. 5. Wat hebt gy my dan nu gegeeven, Wet-geefster van mijn dood en leeven? Uw Gift een Roof geheeten ward. Kom Engel, kom dit saamen setten, Gy gaaft my uw twee Braseletten, En gy ontnamt my weer mijn Hart. Vorige Volgende